GEMEENTE BREDA Volgno' 6 der agend"
Bijlagen 1956
no. 442
5 september 1956
7/14578
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
treffen van een regeling met de N.V.waterleiding
maatschappij Noord-Vest-Brabant ter verkrijging
van uniformiteit in de kosten van leidingwater
in deze gemeente
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
'M
herhaaldelijk is ook vanuit Uw naad een oplossing gevraagd voor het bestaande ver
schil in de tarieven van de N.V.Waterleiding maatschappij Noord-Vest-Brabant en van het
gemeentelijk waterleiding bedrijfwaardoor in een bepaald gedeelte van de gemeente ta
rieven betaald worden,welke in sommige gevallen aanmerkelijk hoger zijn dan het elders
in de stad verschuldigde.
Vooropgesteld zij,dat ook naar onze mening uniformiteit in de tarieven binnen de
gemeente alleszins wenselijk is,omdat een groot gedeelte van de bevolking - althans voor
de kosten van het waterverbruik - in een nadelige positie ten opzichte van de overige
inwoners verkeert.
heeds vele jaren zijn pogingen in het werk gesteld om aan deze ook uit bestuurlijk
oogpunt onbevredigende toestand n.l. dat 2 maatschappijen in hetzelfde gebied werkzaam
zijn, een einde te maken, waarbij dezerzijds als enig juiste oplossing gezien werd een
herziening van de grenzen van het verzorgingsgebied. Thans in het midden latend wat op
dit punt in de naaste of een meer verwijderde toekomst kan worden bereikt, zijn wij van
meningjdat met het tot stand brengen van een redelijke oplossing niet langer mag worden
gewacht
De mogelijkheid dat de N.U.Brabantse haar tarieven zonder meer zal aanpassen aan
die van het gemeentelijk bedrijf moet worden verworpen,omdat de maatschappij alleen al
omwille van de consequenties ten opzichte van haar overige verzorgingsgebieden hiertoe
niet zal overgaan.Uit het overleg dat omtrent de reële mogelijkheden van een aanvaard
bare oplossing op korte termijn met de K.U.Brabantse heeft plaats gehad is een regeling
tot stand gekomen,die in principe de instemming van ons college heeft n.l. deze:
De maatschappij is bereid om aan de abonnees in het Bredase concessiegebied de tarieven
van het gemeentelijk waterleidingbedrijf in rekening te brengen. Zij maakt jaarlijks een
berekening op van de opbrengstwelke met toepassing van haar eigen tarieven zou zijn
verkregen. Het verschil tussen de op deze wijze berekende opbrengst en de werkelijke op
brengst volgens het Bredase tarief wordt door de gemeente Breda aan de maatschappij uit
gekeerd
Het totaalbedrag van het gemis aan opbrengst door de gemeente Breda te betalen is
uiteraard afhankelijk van de marge,welke ligt tussen de tarieven van beide bedrijven.
De tarieven van het gemeentelijk bedrijf liggen, zoals Uw Naad bekend, zo laag, dat
een rendabele exploitatie in de laatste jaren niet mogelijk was.
Voor het eerst in 1955 heeft de rekening van het waterleidingbedrijf een verlies
vertoondterwijl de rekeningen van de daaraan voorafgaande jaren nog net sluitend gehou
den konden worden. Omtrent de oorzaken hiervan kan in grote trekken het volgende worden
RNo2