Deelneming overige
rechtspersonen;
f
Doel:
Bevoegdheden:
Bij volgno. 35 der agenda
Artikel 4.
-2-
1 Indien de ledenraad dit in het belang van de samenwerking op
het gebied van de openbare gasvoorziening wenselijk oordeelt,
kunnen aan deze regeling deelnemen:
a. rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen en andere rechts
personen, welke ten behoeve van de openbare gasvoorziening
gas van de Staatsmijnen betrekken.
b. rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen en andere rechts
personen, welke, zonder rechtstreeks gas te betrekken van
de Staatsmijnen, staatsmijngas distribueren.
c. rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen en andere rechts
personen, welke in het voorzieningsgebied van de Staats
mijnen zelf gas produceren en distribueren, of wel ander
dan staatsmijngas distribueren.
2. Deelneming, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, ge
schiedt bij besluit van het bevoegd orgaan van de betreffende
rechtspersoon, nadat de Kroon een verklaring, als bedoeld in
artikel 30 der Wet gemeenschappelijke regelingen heeft afge
legd.
Artikel 5»
1Het lichaam heeft tot taak de behartiging van de belangen der
gasvoorziening van de gezamenlijke deelnemers in de ruimste
zin des woords en in het bijzonder:
a. het voeren van onderhandelingen met de Staat der Nederlanden
(Staatsmijnen) en met anderen over de levering van gas en
de algemene voorwaarden, waaronder die levering geschiedt,
zomede over de toepassing van de gesloten overeenkomsten
voor de levering van gasj
b. de deelneming aan en/of de vertegenwoordiging in te vormen
regionale resp. nationale organen en lichamen voor de gas
voorziening.
2. Het lichaam kan van de Staat der Nederlanden (Staatsmijnen),
zomede van andere lichamen, geheel of gedeeltelijk taken over
nemen, die liggen op het gebied van de produktie, de omvorming
en de distributie van gas en de exploitatie en instandhouding
van gasleidingen en installaties.
Artikel 6.
Aan de organen van het lichaam worden, binnen de grenzen van ar
tikel 4 der Wet gemeenschappelijke regelingen, alle bevoegdheden
van regeling en bestuur toegekend, die zij ter verwezenlijking van
het doel van het lichaam behoeven, met dien verstande, dat zij
niet de bevoegdheid hebben tot het heffen van belastingen of het
maken van door strafbepaling of politiedwang te handhaven ver
ordeningen.
Verdeling bevoegd
heden en toezicht
2.
Artikel 7.
De verdeling van de bevoegdheden en taken tussen gemeenteraad,
het College van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester
zullen zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn op
de verdeling van de bevoegdheden en taken tussen de ledenraad,
het dagelijks bestuur en de voorzitter.
De bij of krachtens de wet aan gemeentebesturen toegekende be
voegdheden, de voor de uitoefening en toepassing daarvan, als-