Bij volgno. 35 der agenda -3- mede de voor het toezicht daarop gestelde regelen vinden ten aanzien van de aan de organen toegekende bevoegdheden overeen komstige toepassing. Onder evenbedoelde regelen zijn niet be grepen die betreffende vergaderingen. par. 2. Ledenraad. Artikel 3. Samenstelling;; 1 De ledenraad bestaat uit zoveel leden als het aantal deelne mers bedraagt. 2. De besturen der aangesloten gemeenten en de bevoegde organen der deelnemende rechtspersonen benoemen elk een lid van de ledenraad. Zij wijzen voor het door hen benoemde lid tevens een plaatsvervanger aan. 3. Leden of plaatsvervangende leden van de ledenraad kunnen slechts zijn leden van de Colleges van Burgemeester en Wethouders der aangesloten gemeenten, of voor zover het betreft de loden benoemd door de bevoegde organen van deelnemende rechtsperso nen, leden van het dagelijks bestuur, directeuren of commis sarissen daarvan. 4. De leden treden, ongeacht het tijdstip van hun benoeming, om de 4 jaren tegelijk af op de eerste dinsdag van september, voor de eerste maal op dinsdag 3 september 1958, en zijn ter stond herkiesbaar. De leden worden voor zoveel mogelijk, de eerste dinsdag van september benoemd, terwijl de eerste be noeming plaats heeft binnen 8 weken na de dag van inwerking treding van deze regeling. 5. De in lijd 2 bedoelde gemeentebesturen en organen zijn bevoegd een benoleming tussentijds in te trekken. De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen door mededeling aan de ledenraad en aan het gemeentebestuur of het orgaan, dat hen benoemde; zij blijven in dat geval lid, tot hun opvolger is benoemd. Artikel 9. De leden mogen in rechtsgedingen, waarin het lichaam is be trokken, niet als advocaat of procureur werkzaam zijn. Zij mogen noch middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leve ringen of aannemingen t.b.v. het lichaam. Indien zij in strijd met het bepaalde in het vorige lid hande len, kunnen zij door de ledenraad van het lidmaatschap ver vallen worden verklaard. Zij kunnen alsdan in de lopende zit tingsperiode niet opnieuw worden benoemd. Artikel 10. De ledenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter treden, onge acht het tijdstip van hun benoeming tegelijk af op de dag van aftreding van de leden van de ledenraad. Zij zijn terstond herkiesbaar. Artikel 11 .Vergaderingen1 De ledenraad vergadert tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls Reglement van orde; de voorzitter het nodig of wenselijk oordeelt of tenminste 1/5 der leden dit de voorzitter, schriftelijk en meeredenen om- Verboden handelingen: 1 f 2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 814