Bij volgno. 25 der agenda ~J~
Omtrent de plaats waar en de wijze waarop die voorwerpen aangebracht werden
heeft overleg met de erfpachter plaats.
2) De grond en hetgeen zich daarop bevindt, mogen zonder schriftelijke toestemming
van Burgemeester en Wethouders niet in enigerlei opzicht worden gebruikt voor
andere reclame-doeleinden dan voor het bedrijf, hetwelk op het terrein uitge
oefend wordt.
Artikel 1 3
1) De erfpachter is niet bevoegd het erfpachtsrecht te splitsen of over te dragen
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders.
2) Zodra de erfpachter ingevolge rechterlijke uitspraak welke kracht van gewijsde
heeft verkregen in staat van faillissement komt te verkeren, vervalt het erf
pachtsrecht geheel en verbeurt de erfpachter als boete het bedrag, dat hij als
aflossing heeft voldaan op de hierna sub B te omschrijven overeenkomst van geld
lening, onverminderd het recht van de gemeente op betaling van de vervallen ter
mijnen der canon en verschuldigde boeten ingevolge deze voorwaarden en de aan
spraken op schadevergoeding welke de gemeente krijgt ter zake van de voortijdige
beëindiging van het erfpachtsrecht, met dien verstande echter, dat het erfpachts
recht niet vervalt, indien de curator na sommatie als bedoeld in artikel 37 der
Faillissementswet zich binnen de in dat artikel gestelde termijn bereid ver
klaart de overeenkomst gestand te doen en bij die verklaring zekerheid stelt voor
de richtige nakoming van de overeenkomst. De gemeente verklaart zich nu reeds
voor alsdan bereid de curator overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 der
Faillissementswet te sommeren.
Artikel 14.
1Splitsing, wijziging of opheffing van het erfpachtsrecht moeten bij notariële
akte geschieden.
2) Alvorens tot splitsing, wijziging of opheffing van het erfpachtsrecht wordt over
gegaan, zal door Burgemeester en Wethouders van het voornemen om daartoe mede te
werken, aan de hypotheekhouder, indien deze een verklaring als bedoeld bij arti
kel 18 heeft ingediend, mededeling worden gedaan.
Artikel 1 5
1) De erfpachter kiest, met betrekking tot het erfpachtsrecht, woonplaats binnen de
de gemeente Breda, ten kantore van de erfpachter.
Artikel 16.
1) Het verlijden van akten, betreffende het erfpachtsrecht, moet geschieden ten
overstaan van een in de gemeente Breda standplaats hebbende Notaris, aan te wij
zen door Burgemeester en Wethouders.
2) Aan de gemeente moet een eerste grosse uitgegeven worden van akten, als bedoeld
in het eerste lid.
3) De kosten en rechten wegens splitsing, wijziging of opheffing van het erfpachts
recht en wegens een daartoe te verrichten kadastrale opmeting, alsmede de kosten
en rechten wegens de uitgifte van de grossen, komen ten laste van de erfpachter.
Artikel 17.
1De erfpachter mag het erfpachtsrecht niet bezwaren met hypotheek of andere za
kelijke lasten, zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders.
2) Indien de erfpachter het erfpachtsrecht wil bezwaren met hypotheek mag hij niet
toestemmen in het beding van artikel 1 223 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3) Bij overtreding van de bepalingen van artikel 1 3 en van het onderhavige artikel
verbeurt de erfpachter aan de gemeente Breda een dadelijk opeisbare boete van
tien duizend gulden.
Artikel 18.
1Wanneer het erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard, zullen de bepalingen van
de artikelen 14 tweede alinea, 20, 21, 22 en 23 voor zoveel deze op de hypotheek
houder betrekking hebben, slechts van toepassing zijn indien de hypotheekhouder
het in de openbare registers ingeschreven borderel aan Burgemeester en Wethou
ders heeft getoond en bij deze een authentiek afschrift van de akte van hypotheek