Bij volgno. 25 der agenda
_zl
verlening met een afschrift van het borderel heeft ingeleverd, alsmede een gete
kende verklaring, opgemaakt volgens door Burgemeester en Wethouders vast te stol
len formulier, waarbij de hypotheekhouder te kennen geeft van de in deze voor
waarden ten behoeve van hypotheekhouder opgenomen voorschriften gebruik te ma
ken en erin toe te stemmen, dat kennisgevingen, ingevolge die voorschriften aan
hem te doen geschieden aan de werkelijke woonplaats of aan de bij de inschrij
ving gekozen woonplaats, ter keuze van de gemeente.
2) Het inleveren van de bedoelde verklaring kan alleen blijken uit een door Burge
meester en Wethouders afgegeven bewijsstuk.
3) Het bepaalde bij het eerste en tweede lid van dit artikel en het vierde lid van
artikel 21 is niet van toepassing op de gemeente ten aanzien van hypotheken, waar
van zij houdster is.
4) De hypotheekhouder, die aan het in lid 1 van dit artikel bepaalde gevolg geeft,
verplicht zich aan Burgemeester en Wethouders kennis te geven van het teniet
gaan of van doorhaling der hypothecaire inschrijving.
Artikel 19.
1) Indien de canon niet betaald is binnen acht dagen na de vervaldag, kan bovendien
door Burgemeester en Wethouders een boete worden geheven, bedragende voor elke
maand vertraging, gerekend vanaf de vervaldag, één ten honderd
van het bedrag van het achterstallige. Een gedeelte van een maand wordt voor
een volle maand gerekend.
2) Wegens het niet voldoen aan enige verplichting of voorwaarde, de erfpachter op
gelegd bij of krachtens de artikelen 6, 8, 10, 11 en 12 dezer voorwaarden, kun
nen Burgemeester en Wethouders hem een boete opleggen van ten hoogste duizend
gulden, te betalen binnen de daarbij door hen gestelde termijn.
Artikel 20.
1Indien de erfpachter gedurende een maand in gebreke gebleven is om de canon te
betalen en het erfpachtsrecht bezwaard is met hypotheek, wordt binnen veertien
dagen na het eindigen van de termijn van een maand, aan de hypotheekhouder ken
nis gegeven van het in gebreke zijn van de erfpachter.
2) De in het eerste lid bedoelde kennisgeving geschiedt bij aangetekende brief of
deurwaardersexploit, ter keuze van de gemeente.
Artikel 21
1) Met afwijking van het bepaalde in de artikelen 780 en 781 van het Burgerlijk Wet
boek kan, onverminderd het hierboven bij artikel 19 bepaalde, het erfpachtsrecht
bij besluit van de gemeenteraad vervallen verklaard worden, indien:
a. de erfpachter langer dan zes maanden in gebreke blijft om de canon te betalen
of enige andere betaling uit hoofde dezer overeenkomst te doen;
b. de erfpachter niet voldoet aan enige verplichting, vermeld in de artikelen
6, 9 en 13, zomede wanneer ernstige inbreuk gemaakt wordt op artikel 11;
c. ingevolge het bepaalde bij artikel 215 der Faillissementswet aan de erfpach
ter voorlopig surséance van betaling is verleend, met dien veisfcande echter,
dat de gemeente van haar recht tot vervallen-verklaring van het erfpachts
recht geen gebruik zal maken, indien de bewindvoerder na sommatie door de
gemeente als bedoeld in artikel 236 der Faillissementswet zich binnen de in
dat artikel gestelde termijn bereid verklaart, de overeenkomst gestand te
doen en bij die verklaring zekerheid stelt voor de richtige nakoming van da
overeenkomst. De gemeente verklaart zich reeds nu voor alsdan bereid de
bewindvoerder overeenkomstig artikel 236 der Faillissementswet te sommeren;
d. de erfpachter, op grond van de hierna sub B te omschrijven overeenkomst van
geldlening, langer dan zes maanden in gebreke blijft aan zijn verplichting
tot rentebetaling en/of aflossing te voldoen;
2) Niettegenstaande voormelde vervallen-verklaring behoudt de gemeente haar recht
op betaling van de vervallen termijnen van de canon en van de verschuldigde boe
ten ingevolge deze voorwaarden, alsmede hare aanspraken op schadevergoeding, van
wege de voortijdige beëindiging van het erfpachtsrecht.