-8-
is enerzijds veroorzaakt door het vervallen van de raming opbrengst verhuur
schoollokalen ad 1200,- (in verband met de kleuteronderwijswet wordt geen huur-
vergoeding meer berekend voor de schoollokalen in gebruik bij het openbaar kleu
teronderwijs) en de huuropbrengst van de school Keizerstraat ad 7600,- (dit
gebouw zal door de P.T.T. eind 1956 moeten worden ontruimd), anderzijds door
noodzakelijke stijging van de uitgavenposten voor de openbare scholen.
In de 1e wijziging zijn opgenomen de kapitaalslasten ad 3536,- van de in 1956
gedane investeringen (aanschaffing meubilair en leermiddelen e.d.).
Openbaar kleuteronderwijs
In verband met de kleuteronderwijswet komen terzake van dit onderwijs geen be
langrijke kosten meer voor rekening van de gemeente.
Bi.i zonder gewoon lager onderwijs
Het nadelig slot van dit hoofdstuk in 1956 bedroeg 1.012.415,-
Voor 1957 is dit geraamd op 1.081.776.-
Derhalve een stijging van 69.361,-
welke stijging als volgt verklaard kan worden:
1Verhoging van de exploitatievergoeding door de verhoging
van het bedrag per leerling voor het openbaar gewoon lager
onderwijs (volgno.438) 21.000,-
2. Verhoging van de kapitaalslasten, welke in de sluitende
begroting konden worden opgenomen 38.000,-
3. Meerdere kosten van het schoolzwemmen i.v.m. de reorganisatie
van dit onderwijs (vervoer per autobus van de leerlingen van
bepaalde scholen naar en van het Sportfondsenbad) waartoe
in Uw vergadering van 12 september j.l. is besloten 9.200,-
(Een gedeelte van deze hogere uitgaven kon worden opgenomen
in de sluitende begroting, het resterende bedrag is verwerkt
in de 1e wijziging)
68.200,-
In de 1e wijziging zijn opgenomen:
a. de kapitaalslasten ad 71.063,- van de in 1956 geïnvesteerde bedragen van
nieuwbouw, uitbreiding of verbetering van bijzondere scholen voor gewoon la
ger ond.erwijs,
b. een gedeelte van de hogere kosten i.v.m. de reorganisatie van het schoolzwem
men ad 12.400,- welk bedrag niet in de sluitende begroting kan worden opge
nomen.
c. de vergoedingen aan schoolbesturen voor het aanstellen van leerkrachten voor
het vak onderwijs handwerken, waarvan de kosten worden geraamd op 35.000,-.
Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs.
De stijging van het nadelig saldo van dit hoofdstuk t.o.v. 1956 met ruim 1900,-
betreft een normale stijging van de uitgaven. De verhoging van het bedrag per
leerling van 52,50 tot 65,-, hetgeen een bedrag vergt van 5.000,- kan niet
in de sluitende begroting worden opgevangen en is daarom verwerkt in de 1e wijzi
ging.
Bijzonder uitgebreid laaer onderwijs
Het nadelig slot van dit hoofdstuk in 1956 bedroeg 162.966,-
Voor 1957 is dit geraamd op 174.062.-
Meer nadelig 11.096,-
Dit is een gevolg vans