i
GEMEENTE BREDA
nr.551
d.d. 17 oktober 1956
V/13887
Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake
interpretatie van het raadsbesluit d.d. 14 maart
1956 waarbij een lening ten behoeve van de bouw
van een nieuw Diaconessenhuis werd gegarandeerd.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In het besluit van Uw Raad in de aanhef dezes vermeld komt onder 1. de navolgen
de bepaling voor;
"Al de rechten op grond en opstallen van het ziekenhuiscomplex aan de Wilhelminasin-
"gel, aan de gemeente Breda te verkopen voor een bedrag vast te stellen voor drie
"deskundigen, waarvan één zal worden aangewezen door Burgemeester en Wethouders
"van Breda, één door het bestuur van de Vereniging en de derde door beide deskundigen
"of - indien deze beide het daarvoor niet eens kunnen worden - door de kantonrechter
"te Breda."
Contact met het bestuur van het Diaconessenhuis leerde, dat dit bestuur eerst
wenste te doen schatten en te verkopen nadat het nieuwe ziekenhuis in gebruik zou
zijn genomen; men meende aldus nog te zullen profiteren van een volgons hot Bestuur
waarschijnlijke waardestijging van het oude gebouw in de komende jaren. Mogelijke
meerdere kosten van nieuwbouw (aldus stelde men) bleven immers ook voor rekening van
het bestuur. Men zag niet in, waarom men niet van een waardestijging van de oude bouw
zou mogen profiteren.
Dezerzijds werd gesteld, dat de schatting thans zou dienen plaats te hebben; de
levering zou te zijner tijd kunnen geschieden. Voor onze argumentatie verwijzen wij
U naar ons laatste schrijven aan het Diaconessenhuis in afschrift hierbij gevoegd.
Aangezien de daarbij gevraagde verklaring is binnengekomen, stellen wij U voor
ook Uwerzijds met deze gang van zaken genoegen te nemen.
Als Uw te nemen besluit als Uw interpretatie van het besluit van 14 maart wordt
beschouwd, kan wijziging van dit besluit zelf achterwege blijven.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann
burgemeester.
RNo2
Van Woensel
secretaris