Bericht op schrijven van: 24 september 1956 Onderwerp: Verkoop Diaconessenhuis Aan het Bestuur van het Diaconessenhuis, Secr. de Roy van Zuidewijnlaan 45, te Bred a.- BREDA, 5 oktober 1956 No. l/l5887 Bijlagen: In antwoord op Uw bovengenoemd schrijven delen wij U mede, dat het ons juist wil voorkomen, als de uitleg van bepalingen van een raadsbesluit wordt overgelaten aan het orgaan, dat met de uitvoering is belast en dat overigens het best op de hoog te is van de bedoelingen van de raad, temeer als het raadsbesluit een gevolg is van een voorstel, dat dat orgaan zelf heeft gedaan. Mede in verband met het feit, dat de last tot uitvoering van een raadsbesluit tevens een zo snel mogelijke uitvoering lijkt te impliceren, komt het ons voor dat de tekst van voorwaarde 1 niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is; aandacht voor voorwaarde a kan U Uw verplichtingen terzake nog duidelijker maken. Bovendien zult U er bij enig nadenken mee akkoord kunnen gaan, dat de gemeente niets heeft aan een voorwaarde, waarvan zij niet weet of die in verband met haar eigen toekomstige financiële toestand - mede gezien het goedkeuringsrecht van Ge deputeerde Staten - wel zal worden geëffectueerd. Dat dit niet te maken heeft met mogelijke waardevermeerderingen of -verminderingen van Uw pand is duidelijk. Overigens wil het ons voorkomen, dat Uw opvatting in deze aangelegenheid in het normale verkeer een wel ongebruikelijke is. Gemeenlijk is het immers zo, dat men als men iets nieuws wil beginnen, waarvoor de contante middelen niet toereikend zijn, eerst zijn overige middelen te gelde maakt. Welke geldgever of garant in het normale verkeer zou bereid zijn genoegen te nemen met een speculatie als U voor oger staat, vooral als hij zelf bij verdere transacties partij kan worden? En mocht het zo zijn, dat U een particulier, die zo handelt, bekend is, dan gelieve U te bedenken, dat dit dan alleen hem aangaat, doch dat de gemeente met het geld van de belastingbetaler werkt. Het is niet in te zien,waarom de gemeente, die reeds risi co loopt met betrekking tot de te garanderen geldlening tevens nog het risico voor Uw speculatie van voortgaande prijsstijging van bestaand onroerend goed zou moeten aanvaarden. De mogelijkheid van een duurdere nieuwbouw dan U hebt voorzien, welke U als argument aanvoert, lijkt op andere wijze het hoofd te bieden. Er zijn prijs vaststellingen, bepalingen over onrendabele toppen, wellicht zelfs mogelijkheden tot verhoging van gegarandeerde bedragen. Overigens lijkt het ons ook voor U iets waard te zijn (thans reeds) een koper te hebben voor een object, dat - naar U zult willen toegeven - uitermate weinig gangbaar is. Hoewel het voor ons geen twijfel lijkt hoe het genomen raadsbesluit dient te worden geïnterpreteerd, zijn wij bereid aan de discussie een eind te maken door de raad voor te stellen genoegen te nemen met een op zegel gestelde verklaring Uwer zijds,dat U te zijner tijd (d.w.z. bij de ingebruikneming van Uw nieuw Diaconessen huis voor een aantal patiënten gelijk aan het huidige aantal in Uw gebouwen aan de Wilhelminasingel) al Uw rechten op grond en opstallen van het ziekenhuiscomplex aai de Wilhelminasingel aan de gemeente te koop zult bieden voor de prijs, die door drie deskundigen - benoemd op de wijze als in voorwaarde 1 omschreven - zal worden vastgesteld. Het is vanzelfsprekend, dat de gemeente zich haar vrijheid van handelen t.o.v. het toekomstig aanbod of deze schatting alsmede terzake van haar publiekrechtelijke bevoegdheden t.a.v. grond en opstallen volledig voorbehoudt. Aangezien U mededeelt, dat U binnenkort wordt geconfronteerd met de betaling van de eerste termijn, is het voor U wellicht nuttig te weten, dat de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad wordt gehouden op woensdag 17 oktober a.s. Voor eensluidend afschrift De Secretaris der gemeente Breda, Burgemeester en Wethouders van Breda, De Secretaris, De Burgemeester, get. Van Woenscl get.C. Kortmann

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1956 | | pagina 920