GEBEENTE BREDA Volgno- 32 der agenda
Bijlagen 1956
no605
7 november 1956
1/16085
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het instellen van een subsidie voor alge
mene culturele doeleinden.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
V
In ons antwoord op het Centraal Rapport teraake van de ontwerp-gerneentebegro-
ting 1956 hebben wij onder Hoofdstuk VIII 16 (p.24) een uiteenzetting gegeven be
treffende ons beleid in culturele aangelegenheden. Daarop aansluitend geven wij U
thans als mening, dat de praktische punten van het cultureel beleid in ons gemeente
de volgende zijn:
1het schouwburg-probleem;
2. do exploitatie van "Beyerd", het cultureel centrum;
3. het beheer van het toneelsubsidie van 15.000;
4. de culturele vorming van de jeugd;
5. de culturele activiteiten,welke op allerlei gebied vanuit de burgerij worden
aangevat
Het belang van de hier genoemde punten is duidelijk. Wij sommen hen hier slechts
op, om des te duidelijker aan te kunnen geven waarvoor wij een "subsidie voor alge
mene culturele doeleinden" willen bestemmen: wij willen in dit verband uitsluitend
spreken over punt 5.
De subsidiëring van culturele activiteiten vanuit de burgerij geschiedt, als
het uitvoeringen e.d. betreft, als regel door ons college en de Culturele Werkgemeen
schap (C.W.G.Ons college put daartoe uit enkele bestaande posten op de begroting,
de C.W.G. heeft de beschikking over een jaarlijks subsidie van 8.250,-. Het is
aldus praktisch niet mogelijk een duidelijke en op alle onderdelen doorwerkende be
leidslijn te trekken. Bovendien verkeren ook belanghebbenden in het onzekere over
de vraag tot wie zij zich in voorkomende gevallen dienen te richten. Het is zelfs
RNo2