volgno. 4 der agenda -2- hoe zich in de praktijk de taken van deze commissies van voorbereid.ing en die van de commissies van bijstand verhouden. De moderne inzichten op dit punt neigen dan ook zeer sterk in deze richting, dat men de Raad volkomen vrij wenst te laten welke commissies dan ook in te stellen en dat men de bepalingen van de artikelen 60 t/m 65 der gemeentewet in verband daarmede liever ziet vervallen. Bij de opstelling van hoofdstuk V is uitgegaan van de volgende gedachten: 1In verband met de veelheid en verscheidenheid en het vaak specialistische ka rakter van de besluiten welke de Raad heeft te nemen, is het gewenst, dat in het Reglement van Orde bepalingen worden opgenomen, waardoor de Raad de moge lijkheid krijgt, om in overleg met het dagelijks bestuur van de gemeente en zijn ambtelijke staf te geraken tot een zo verantwoord mogelijke meningsvorming en een zo efficient mogelijke besluitvaardigheid. 2. In de praktijk is er in de gemeente Breda gbe-n noemenswaardig onderscheid te maken tussen de werkwijze van de commissies van voorbereiding en de commissies van bijstand. 3. In de praktijk hebben do commissies van voorbereiding en die van bijstand steeds gefungeerd als min of meer gespecialiseerde afdelingen van de Raad, op wier ad viezen de Raad bij de beslissingen welke hij had te nemen, zeer vaak is afge gaan. Aldus zijn wij gekomen tot het bij het Reglement van Orde instellen van "vaste afdelingen" van de Raad. Met opzet is hier vermeden te spreken van "vaste commissies" teneinde duidelijk te maken, dat op generlei wijze bedoeld is terug te vallen op de in de gemeentewet genoemde vaste commissies van voorbereiding en van bijstand, alsmede om te accentueren, dat deze afdelingen uitsluitend, althans op de eerste plaats, de meningsvorming en besluitvorming op het niveau van de Raad willen dienen. In de thans gekozen figuur is bovendien duidelijk, dat de Raad in beginsel alle vaste afdelingen kan instellen welke zij behoeft. Wij willen er alleen op wijzen, dat overleg tussen de Raad en ons college het juiste samenspel zal dienen veilig te stellen, dat nodig is om te voorkomen, dat het instellen van al te veel vaste afdelingen gaat leiden tot stagnatie in de beslissingen welke zich met de dynamiek van het gemeentelijk bestuur moeilijk laat verenigen. In ons voorstel hebben wij reeds getracht een gemakkelijk te voorziene doublure te voor komen door de bepaling van artikel 42: ingevolge deze bepaling gaan als regel geen voorstellen van ons college naar een vaste afdeling, indien daarover reeds gespro ken is in een gemengde commissie. Tenslotte zijn wij van mening, dat het gewenst kan zijn bepaalde krachtens het Reglement van Orde bestaande viste afdelingen mede te doen fungeren b.v. als "commissie van hijstand". Zo dient o.a. de vaste afdeling voor de gemeentelijke hypotheekbank als commissie van bijstand haar taak te blijven vervullen zoals voorheen. Anderzijds blijft het mogelijk, dat de Raad voor bepaalde zaken - die nog niet in een voorstel van Burgemeester en Wethouders aan de Raad ter beslissing zijn voorgelegd - commissies ad hoe instelt. Voorstel tot het vaststellen van nieuwe verordeningen op hot beheer van de takken van dienst ten aanzien waarvan artikel 252 der gemeentewet is toegepast. Wij doen U hierbij vervolgens ter vaststelling toekomen de ontwerpen van nieuwe verordeningen op het beheer van de navolgende diensten en bedrijven ten aanzien waarvan artikel 252 der gemeentewet is toegepast: 1het elektriciteitsbedrijf het gasbedrijf waterbedrijf 2. het woningbedrijf 3. de gemeentelijke kredietbank 4. het openbaar slachthuis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 152