Volgno. 4 der agenda 5. de dienst van beplantingen 6. de dienst van openbare werken 7. het vervoerbedrijf c/e. hyfood&cdAc/n/: De thans geldende verordeningen zijn, doordat zij net grote tussenpozen tot stand zijn gekomen, zeer verschillend van tekst en inhoud. Door de in de loop van de jaren aangebrachte wijzigingen hebben de verorde ningen niet aan overzichtelijkheid gewonnen, zodat alleen on deze redenen het ge wenst zou zijn hen te vervangen door verordeningen net een zoveel mogelijke uni forme redactie. Verder zij er op gewezen, dat vooral in de oudere verordeningen bepalin gen voorkomen, die door de in de afgelopen jaren plaats gehad hebbende wijzigingen in gemeentewet en begrotings- en rekeningsvoorschriften zijn achterhaald of daar mede in strijd zijn. De belangrijkste wijzigingen in deze voorschriften betreffen: 1. De wet van 13 december 1950,S.K.no.575,waarbij in de gemeentewet bepalingen zijn opgenomen, betreffende de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van comptabele ambtenaren. Daartoestrekkende bepalingen, welke voor de tot- standkoning van deze wet in de beheersverordeningen waren opgenomen moeten (derhalve) vervallen. 2. Het Koninklijk Besluit van 21 april 1951, S.no.127, tot wijziging van de Begrotings- en Rekeningsvoorschriften 1931, waarbij de wijze van financiering van de investeringen van de algemene dienst en van de gemeente-bedrijven werd gewijzigd. Naast de herziening, welko op grond van vorenstaande nodig was, zijn de verordeningen voorts aangepast aan het ontwerp-Reglement van Orde voor de vergade ringen van Uw Raad, dat U eveneens in dit voorstel wordt aangeboden. Voorzover in de bestaande verordeningen de werkzaamheden van commissies geregeld waren, zijn deze bepalingen thans uit de verordeningen gelicht, omdat in het Reglement van Orde deze materie geregeld is. Eveneens zijn alle bepalingen ontrent benoeming en ontslag van bedrijfs- functionarissen vervallen. De benoeming van de functionarissen, welke aan de raad is opgedragen is geregeld in een afzonderlijke verordening, waarvan het ontwerp eveneens hierbij wordt voorgedragen. Ten aanzien van de bij het voorstel sub B aangeboden ontwerpen zij nog het volgende medegedeeld: 1de verordening or het beheer van het woningbedrijf. De bestaande verordening dateert van de instelling van dit bedrijf in 1936, toen de doelstelling eigenlijk nog was beperkt tot het administreren van het bestaande en toekomstige woningbezit der gemeente, relaterende de volkshuis vesting in enge zin, vrijwel uitsluitend dus de woningcomplexen met overheids bijdragen in de exploitatie. De ontwikkeling van de laatste jaren heeft het karakter en de structuur van het bedrijf ingrijpend veranderd. Voor verkeers- en woningsanering worden de laatste tijd op grote schaal panden aangekocht; deze worden in het woningbedrijf inge bracht, omdat dit bedrijf geëigend is voor het weergeven van de exploitatie resultaten, de huurinning, enz. Verder is de wenselijkheid gebleken om alle gebouwde eigendommen der gemeente voor zover niet in gebruik voor de publieke dienst, welke thans nog in de alge mene dienst worden geadministreerd, naar het woningbedrijf over te brengen. Een zelfde maatregel wordt getroffen ten aanzien van ongebouwde eigendommen van de algemene dienst, welke naar het grondbedrijf overgaan. Een en ander achten wij van belang, omdat thans vrijwel geen inzicht bestaat in de exploitatie-resultaten van dergelijke eigendommen, hetgeen wel kan worden bereikt als die bezittingen in een commerciële boekhouding worden opgenomen. Terzake van de hier bedoelde overbrenging der eigendommen zullen wij Uw Raad een afzonderlijk voorstel doen. Het bovenstaande impliceert enerzijds, dat ka rakter en omvang van het bedrijf belangrijk worden verruimd en dat het derhalve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 153