artikel 45 1Het college van Burgemeester en Wethouders benoemt een van zijn leden tot voorzitter van de afdeling, tenzij de wet anders bepaalt of de Raad anders besluit 2. Do voorzitter, die tevens lid is van het college van Burgemeester en Wet houders, geldt niet als lid van de afdeling, tenzij de wet anders bepaalt. 3. Indien een lid van het college van Burgemeester en Wethouders voorzitter is van een afdeling regelen Burgemeester en Wethouders diens vervanging. In andere gevallen regelt de afdeling de vervanging van de voorzitter. Artikel 46 1Behoudens het bepaalde in artikel 48 mag geen afdeling beraadslagen of be sluiten, indien niet meer dan de helft der leden tegenwoordig is. Alle be sluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. 2. De adviezen van de afdeling worden, indien enigszins mogelijk schriftelijk door de zorg van de voorzitter aan de Raad en aan het college van Burge meester en Wethouders medegedeeld, zo de afdeling dit uitdrukkelijk verzoekt, met beknopte vermelding van de «verwegingen, welke terzake van belang zijn. Artikel 47 De vaste afdeling vergadert, zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of twee der leden schriftelijk - met opgave van redenen - de wens daartoe te kennen geven. De vergaderingen worden door de voorzitter belegd, die zorgt, dat elk lid zo mogelijk tenminste tweemaal vier en twintig uur vóór de aanvang der vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo mogelijk op do oproepingsbriefjes vermeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 177