GEMEENTE BREDA
Bij volgno. 4 der agenda
De Raad der gemeente Breda;
Gezien het voorstel van burgemeester en x^ethouders d.d. 10 april 1957,no.BW/42695
Gelet op de artikelen 122 en 252 der gemeentewet;
BESLUIT
I. Aan te wijzen als tak van dienst bedoeld in artikel 252 der gemeentewet:
het woningbedrijf.
II. Voor deze tak van dienst vast te stellen de volgende regelen:
Verordening op het beheer van het woningbedrijf
Artikel 1
Het woningbedrijf - verder genoemd het bedrijf - wordt beschouwd als een administra
tief zelfstandig lichaam.
Artikel 2.
De hierna volgende aan de gemeente in eigendom toebehorende onroerende goederen,
welke hiertoe bij een besluit van de raad worden aangewezen worden in het bedrijf
beheerd:
a. De al of niet met rijkssteun in het belang van de volkshuisvesting gestichte
woningcomplexen. (Woningbedrijf a)
b. Woningen en andere gebouwde eigendommen, aangekocht ter verbetering van de volks
huisvesting. (Woningbedrijf B)
c. Andere woningen en gebouwde eigendommen, mits zij niet voor de publieke dienst
bestemd zijn. (Woningbedrijf B)
Artikel 3.
Het beheer van de geldmiddelen van het bedrijf wordt geheel afgescheiden van het
beheer van de overige geldmiddelen der gemeente.
Artikel 4.
1De gemeente verstrekt aan het bedrijf het benodigde kapitaal voor de financiering
van de uitgaven, welke ter verkrijging ven vaste bezittingen en van voorraden op
de kapitaaldienst van het bedrijf worden verantwoord.
2, Het jaarlijks door het bedrijf wegens gewone aflossing op dit kapitaal aan de ge
meente terug te betalen bedrag is gelijk aan de door afschrijving op de vaste be
zittingen vrijgekomen middelen. De Raad bepaalt, tegelijk met het voteren van gelden
voor uitgaven, welke op de kapitaaldienst worden verantwoord, het bedrag, dat jaar
lijks op de met die gelden te verkrijgen bezittingen wegens waardevermindering zal
worden afgeschreven.