GEMEENTE BREDA De Raad der gemeente Breda; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van -jo april 1157, no. BW/4269; Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Geldschieterswet en de artikelen 122 en 252 der gemeentewet; besluit? aan te wijzen als tak van dienst, bedoeld in artikel 252 der gemeentewet: de gemeentelijke kredietbank; voor deze tak van dienst vast te stellen de volgende regelen: Verordening, houdende reglement voor de gemeentelijke kredietbank. Artikel 1 1de gemeentelijke kredietbank, verder genoemd de bank, wordt beschouwd als een ad ministratief zelfstandig lichaam; 2, zij treedt op als gemeentelijke geldschietbank in de zin van de geldschieterswet; Artikel 2. De bank heeft ten doel, met uitsluiting van winstbejag: 1woeker, alsmede schadelijke wijzen van volkskrediet, te bestrijden en te voorko men; 2. op maatschappelijk en zakelijk verantwoorde wijze te voorzien in de behoefte aan volkskrediet. Artikel 5. Zij tracht dit doel te bereiken door: 1het ter leen verstrekken van gelden en het verstrekken van voorschotten op pen sioenen en gagementen; 2, het geven van adviezen, zowel in het algemeen als aan bijzondere personen, o.m, met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van woeker; Artikel 4. Het beheer van de geldmiddelen van het bedrijf wordt geheel afgescheiden van het beheer van de overige geldmiddelen ven de gemeente. Artikel 5. 1De gemeente verstrekt aan de bank het nodige kapitaal voor de financiering der te verlenen kredieten en voor andere kapitaalsuitgaven; 2 o Het jaarlijks door de bank wegens gewone aflossing op dit kapitaal aan de gemeen te terug te betalen bedrag is gelijk aan:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 192