Bij volgno. 4 der agenda. -3-
ne uitgaven, indien zij een bedrag van ƒ5.- te boven gaan, zo mogelijk door kwi-
tantiën gestaafd xrorden.
Artikel 10.
Ten behoeve van de bank kan oen rekening bij de postcheque- en girodienst worden
geopend, waarover de directeur zelfstandig per giro en per cheque kan beschikken, met
inachtneming van de navolgende bepalingen:
Het gebruik van cheques aan toonder is verboden, cheques op naam mogen slechts worden
gebruikt, indien zij drieledig zijn en dienen:
1voor aanvulling van de kas van de bank;
2, voor betaling uitsluitend aan niet bij de postcheque- en girodienst aangeslotenen»
Artikel 11
1» De directeur stort zijn kas, indien deze een normaal nodig bedrag, en in ieder ge
val indien deze met inbegrip van het saldo bij de postcheque- en girodienst een door
burgemeester en xtfethouders vast te stellen bedrag te boven gaat, tenzij dit meerdere
voor onmiddellijk te verrichten betalingen nodig is, tegen kwitantie op de lopende
rekening van de bank bij de gemeente-ontvanger.
2. De verstrekking van contanten uit de lopende rekening aan de directeur geschiedt
door de gemeente-ontvanger zonder bevelschrift op aanvrage van de directeur, voor
akkoord getekend door een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen lid van
hun college.
Artikel 12.
De boekhouding moet zodanig zijn ingericht, dat daaruit steeds de voor een juiste
bedrijfsvoering nodige gegevens, -alsmede een volledig overzicht van de bezittingen, vor
deringen en schulden en een gedetailleerd overzicht van de uitkomsten der exploitatie
kunnen worden samengesteld.
Artikel 15.
1De directeur dient jaarlijks, vóór een door Burgemeester en Wethouders te bepalen da
tum, bij Burgemeester en Wethouders in:
a, de ontwerp-begroting van de bank voor het volgend dienstjaar;
b„ de rekening van de bank over het afgelopen dienstjaar»
2» De verantwoording aan de raad, bedoeld in artikel 265 der gemeentewet, doen Burge
meester en Wethouders tegelijk met die, bedoeld in artikel 255 der gemeentewet.
Artikel 14.
1Geen kapitaalsuitgaven mogen geschieden dan voorzover ze op de begroting zijn ge
raamd, of bij een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd besluit van de raad aan die
begroting zijn toegevoegd;