GEMEENTE BREDA
II/407
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno. 3i der agenda.
-Bijlagen 1957
no. 1
9 januari 1957
.antwoorden op door raadsleden gestelde vragen
Vraag:
De heer Eulskramer verzoekt de aandacht
voor het kruispunt Leursebaan-acaciastraat-
LariksstraatOp de hoek bevond zich een
hoge heg, welke het uitzicht belemmertDaar
op dit punt nog al veel kinderen passeren,
is verbetering van het uitzicht noodzakelijk.
De heer Hulskramer vraagt of Burgemeester en
Uethouders hieraan de nodige aandacht willen
besteden.
"tie j .Koppelaar vraagt hoe het staat met de
medewerking van vrouwelijke vrijwilligers in
de dienst Sociale Verzorging der B.B.
No2
■antwoord
Naar aanleiding van nevens taande vraag moge
U berichten, dat tegen deze hoge heg geen
maatregelen kunnen worden genomen, daar
deze particulier eigendom is en op eigen
grond staat.
De eigenaar is echter verzocht in deze
zijn medewerking te willen verlenen, het
geen hij heeft toegezegd.
Rekening houdend met de circulaire van de
minister van Binnenlands0 Zaken van 28 no
vember 1953 aan de Commissarissen van de
Koningin is aanvankelijk getracht de orga
nisatie van de uienst sociale Verzorging
op te bouwen in nauwe samenwerking met de
plaatselijke afdeling van de Unie voor vrou
welijke Vrijwillige Hulpverlening. Ondanks
hét feit, dat het plaatselijk bestuur enkele
malen in het B.B.-centrum heeft vergaderd,
heeft dit voor de Dienst Sociale Verzorging
geen concreet resultaat mogen opleveren. Ook
een reeds daarvoor plaats gehad hebbende be
spreking met het bestuur van het Diocesaan
Sociaal Charitatief Centrum heeft geen suc
ces gehad. In verband met een en ander is
onlangs besloten om de organisatie van deze
dienst geheel in eigen hand te houden en
haar in samenwerking met de Directeur van de
Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken tot
stand te brengen. In totaal zou een aantal
van ongeveer honderd vrouwelijke vrijwilli
gers voor deze dienst nodig zijn. De opbouw
van deze dienst verkeert dus nog in een be
ginstadium.