Bij volgno. 4 der agenda. -4—
tewet.
3. Ontrent de inrichtingen van de begroting en de rekening kunnen Burgemeester
en Wethouders nadere voorschriften geven.
Artikel 12.
1. Geen kapitaalsuitgaven mogen geschieden dan voor zover ze op de begroting
zijn geraamd, of bij een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd besluit van de
Raad aan die begroting zijn toegevoegd,
2. Besluiten van de Raad, waarbij machtiging tot af- en overschrijving van en
op posten der begroting wordt verleend, behoeven de goedkeuring van Gedepu
teerde Staten, indien zij betreffen:
a. Afschrijving of verhoging van posten, welke een wijziging van de gemeente
begroting ten gevolge hebben»
b. Af- en overschrijvingen van of op de post afschrijvingen,
c. Af- en overschrijving van en op posten van de afdeling kapitaalsinkomsten
en uitgaven.
Artikel 13.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Beheersverordening Beplantingen".
Zij treedt in werking op 1 januari 1957.
2. Met ingang van die datum vervalt de beheersverordening van de dienst van Ge
meentebeplantingen, vastgesteld bij besluit van 15 november 1950, goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten bij besluit van 13 december 1950, G. no. 48688,
Aldus vastgesteld in de openbare verga
dering van
De Raad voornoemd,
voorzitter
secretaris.