Bij volgno. 4 der agenda. -3— 2. De administrateur dient jaarlijks vóór een door burgemeester en wethouders te bepalen datum, een door hem ondertekende rekening van de dienst over het afgelopen dienstjaar bij burgemeester en wethouders in. Zij wordt voor "gezien" getekend door de directeur. De verantwoording aan de raad bedoeld in artikel 265 der gemeentewet, doen burgemeester en wethouders tegelijk met die bedoeld in artikel 255 der ge meentewet. Artikel 11. 1. Geen kapitaalsuitgaven mogen geschieden dan voor zover ze op de begroting zijn geraamd, of bij een door gedeputeerde staten goedgekeurd besluit van de raad aan die begroting zijn toegevoegd. 2. Besluiten van de raad, waarbij machtiging tot ad- en overschrijving van en op posten der begroting wordt verleend, behoeven de goedkeuring van gedepu teerde staten indien zij betreffen: a. afschrijving van de post "uitkering van het batig saldo aan de gemeente" of verhoging van de post "uitkering van de gemeente wegens nadelig saldo"; b. af- en overschrijving van of op de post afschrijvingen; c. af- en overschrijving van en op posten van de afdeling kapitaalsinkomsten en uitgaven. Artikel 12. 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening Openbare Wer ken, Zij treedt in werking op 1 januari 1957. 2. Met ingang van deze datum vervalt de verordening op het beheer van de dienst van Openbare Werken te Breda, vastgesteld d.d. 19 januari 1949, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 2 maart 1949, G no. 3454. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De Raad voornoemd, voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 210