Volgno.18 der agenda.
van de debatten in Uw Raad volledig blijft gesauveerd. Deze fundamentele gedachte is
- vergissen wij ons niet - dat Uw Raad delegatie van de beschikking over het fonds van
20i000,- aan ons college zou willen accepterenindien ons college zou worden voor
gelicht door een orgaan dat qua samenstelling, werkwijze en representativiteit ook
voor Uw Raad aanvaardbaar zou zijn. Welnu: wij hebben gemeend in bijgaande ontwerp
statuten dit punt op afdoende wijze te hebben veiliggesteld door de redactie der ar
tikelen 4, 5, 7, 11 en 13, welke zakelijk het navolgende inhouden:
1 de Algemene Voorzitter wordt benoemd door de Raad;
2. de sectievoorzitters worden benoemd door de secties zelf;
3. de Raad benoemt als leden van het hoofdbestuur naast de sectievoorzitters op voor
dracht van ons college een even groot aantal belangstellenden of deskundigen.
4. daarnaast heeft de Raad het recht om evenveel bijzondere stemgerechtigde hoofd
bestuursleden te benoemen (zie artikel 7 lid 2) als het bestuur zelf heeft aan
gezocht (artikel 7, lid 1).
waarmede wordt bereikt:
1e. dat de Raad steeds de meerderheid van de loden van het hoofdbestuur benoemt;
2e. dat het gemeentebestuur blijft buiten de vertrouwenssfeer welke - voor het goed
functioneren van de secties - dient te bestaan tussen deze secties en haar res
pectievelijke voorzitters, waarmede bovendien de zelfstandigheid van de G.W.G.
wordt geaccentueerd;
3e. dat het in meerderheid door de Raad benoemde hoofdbestuur steeds kan ingrijpen,
indien naar zijn gevoelen een bepaalde sectie activiteiten ontplooit welke onder
een zeker opzicht toch beneden de maat geacht worden;
4e. dat het bestuur uitgebreider is geworden dan ingevolge Uw aanvankelijk besluit
voor de hand zou hebben gelegen; dit achten wij een winstpunt:
a) omdat het aldus mogelijk is - zonder de op een bepaalde vertrouwenssfeer steu
nende zelfwerkzaamheid der secties in gevaar te brengen - de nodige verschei
denheid binnen het hoofdbestuur te brengen naar levensovertuiging, maatschap
pelijke groepering en culturele activiteit;
b) omdat de uitbreiding van de adviserende taak der C.W.G. over praktisch het ge
hele terrein van het gemeentelijk cultureel beleid, veelvuldig vergaderen nood
zakelijk zal maken, hetgeen vereist, dat steeds een voldoende aantal bestuurs
leden aanwezig is.
Voor een toelichting op de verschillende artikelen mogen wij U verwijzen naar
de bijlage van dit voorstel.
Tenslotte nog een enkel woord over de procedure welke dient te wor
den gevolgd. De thans geldende statuten - welke door de nieuwe wet op de stichtingen
toch geheel dienden te worden herzien - bepalen dat deze kunnen worden gewijzigd met