Volgno.19 der agenda
-2-
dat van vormende aard - achten wij voor onze snel groeiende gemeenschap zodanig groot,
dat wij hebben getracht aan de bezwaren, welke een gezonde bloei en uitgroei verhinderen,
tegemoet te komen.
Terwille van een verstandig en bruikbaar subsidiebeleid hebben wij gezocht naar een
vorm, welke er niet toe behoeft te leiden om van overheidswege in de beoordeling van be
leid, programma's, methodiek, activiteit, begrotingen en rekeningen, van tientallen ver
enigingen van allerhande aard te treden. Wij menen een verantwoorde en hanteerbare op
lossing te hebben gevonden door van gemeentewege een medewerking te verlenen, welke ener
zijds aan het bedoelde verenigingsleven toch een krachtige basis doch anderzijds aan de
ontwikkeling, het beleid, de methodiek enz. van het particulier initiatief vrijheid laat.
De door ons gestelde oplossing is gebaseerd op het verschijnsel, dat de hierbedoelde talr
rijke verenigingen hun activiteiten overwegend plegen uit te oefenen in z.g. parochie
huizen en verenigingsgebouwen. Door nu deze en soortgelijke tehuizen als objecten voor sub
sidiëring te aanvaarden, zijn wij overtuigd bovenaangegeven doel vrijwel geheel te berei
ken. -Buiten de beleidszaken der organisaties blijvende, wordt slechts een materieel ob
ject, dat een noodzakelijke voorwaarde voor al hun activiteiten is, direct in het subsi
die beleid betrokken,
Dit lijkt temeer verantwoord omdat ons is gebleken, dat het verenigingsleven in
Breda ernstig wordt geremd door het geringe aantal verenigingslokalen, waarvan er vele
bovendien niet aan redelijke eisen voldoen. Zelfs bij een snel en summier onderzoek
blijkt, dat grote wijken van de stad (Heuvel, Tramsingel-Bomenbuurt, Breda-zuid-oost,
^rabantpark) iedere redelijke accomodatie missen. Hetgeen nog aanwezig is ('zoals jeugd
huizen van de parochies St. Barbara - Middellaan, St. Anna - Haagweg en O.L.Vrouw van
G-oede Raad - Driesprong) is zodanig onvoldoende om recreatief en vormend werk te ver
richten, dat ook daar onverwijld maatregelen zouden moeten worden getroffen. Het blijkt,
dat de kosten van stichting, vernieuwing, onderhoud en exploitatie van dergelijke ge
bouwen zo groot zijn, dat zonder bijzondere medewerking van overheidswege de benodigde
bedragen niet meer kunnen worden opgebracht.
De hulp, welke de gemeente zou kunnen verlenen, zouden wij willen richten op dat
soort gebouwen, welke naar redelijke verwachting naar hun aard, omvang en inlichting
zullen worden gebruikt voor intensief, efficiënt, regelmatig, veelzijdig en bestendig
werk van algemeen vormend en recreatief karakter onder aanmerkelijke groeperingen der
bevolking. Onder deze begripsbepaling is dus niet begrepen hetgeen ter plaatse als
"wijkwerk"en jeugdzorg bekend is, omdat hiervoor reeds een bijzondere subsidieregeling -
ook van rijkswege - werd getroffen.
Indien de juistheid van bovenstaande zienswijze kan worden aanvaard is het maximum
bedrag van de subsidie bepaald door de kosten van de stichting, inrichtingen exploitatie
van dit soort gebouwen. Vooralsnog menen wij, dat het niet noodzakelijk is het totaal
dezer kosten over te nemen of bij te dragen. Verantwoord - maar in het algemeen ook
noodzakelijk - achten wij een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage, welke gelijk is aan
redelijke jaarlijkse rente en afschrijving op de waarde van het gebouw, welke waarde
door ons dan ware vast te stellen, waarbij wij de waarde van de bij het gebouw behoren
de grond t.a.v. de afschrijving buiten beschouwing menen te kunnen laten. Bovendien zal
het in verscheidene gevallen noodzakelijk zijn, dat de gemeente bij de stichting, ver
vanging, verbouwing, restauratie enz. van dit soort tehuizen de financiering garandeert
op een wijze, welke voor iedere aanvrage afzonderlijk zal moeten worden bepaald.
In bijzondere gevallen zal bovendien subsidie in de kosten van inrichting en exploi
tatie noodzakelijk kunnen blijken. In de voorstellen, welke wij U voor ieder afzonderlijk
gebouw zullen doen, zal dat eventueel tot uitdrukking kunnen komen.
Het spreekt vanzelf, dat bij de bepaling van de waarde rekening zal worden gehouden
met verhuur, ingebruikgeving, enz. voorzover deze een regelmatig en bestendig gebruik
betreffen ten dienste van doeleinden van andere aard zoals filiaal van een leesbiblio
theek, kruisvereniging, school enz. Redelijkerwijze zal ook rekening worden gehouden
met factoren, welke in betekenende mate de situatie beïnvloeden, waarbij wij met name
denken aan mogelijke subsidiering door de provincie, het rijk enz.