GEMEENTE BREDA Cf* Volgno. 7 der agenda Bijlagen 1957 no. 198 5 juni 1957 V/6765 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het huiten de onteigening houden van enige percelen in het onteigeningsplan Brabantpark oost. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op 13 april 1955 heeft Uw College vastgesteld het onteigeningsplan voor het oostelijk deel van het Brabantpark. Dit besluit is door de Kroon goedgekeurd bij besluit d.d. 12 december 1955, no.19- De gemeente heeft van de meeste percelen gelegen in dit onteigeningsplan inmiddels de eigendom verworven. De eigenaren, met wie geen overeenstemming' is bereikt, zijn gedagvaard, daar de termijn binnen welke de gemeente de eigendom moet hebben verworven of de eigenaren moet hebben gedagvaard op 12 juni 1957 verloopt. Bij de realisatie van het plan is gebleken dat enige percelen en perceelsge deelten buiten de onteigening konden worden gehouden. Het betreft hier op de eerste plaats het perceel G.517, no.1 van de ter visie gelegde lijst. Met de eigenaren Chr. A.en C.J.Snijders is overeenstemming verkregen over een ruil, waardoor onteigening van genoemd perceel niet meer nodig is. Voorts is onteigening van het perceel G.591no.8 van de lijst, eigendom van C.Musters niet noodzakelijk, omdat de uitvoering van het uitbreidingsplan Brabant- (ji park D zulks niet eist. Van het perceel G no.594, no.9 van de lijst, eigendom van W.van Heel is bij Uw besluit d.d. 12 september 1956 een gedeelte groot 1700 m2 aangekocht. Het andere gedeelte ter grootte van 1500 m2 dat in het onteigeningsplan was opge nomen is voor de realisatie van het uitbreidingsplan Brabantpark D niet nodig. Tenslotte zijn van de percelen G.609, 605 en 604 de nos 11, 12 en 13 van de lijst,waarvan een totale grootte van 0.65.30 ha in het onteigeningsplan is opge nomen, slechts 0.53.40 ha voor de realisatie van het uitbreidingsplan noodzake lijk, zodat de resterende 0.11.90 ha buiten de onteigening kunnen blijven. Deze percelen zijn eigendom van H.Willsmsen, met wien nog onderhandelingen gaande zijn. Wij stellen U voor te besluiten de hiervoor vermelde percelen en perceelsgedeel ten niet te onteigenen. De Bouwcommissie gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. Walenkamp loco-secretaris. R.No: 2:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 363