GEMEENTE BREDA Bij volgno. 4 der agenda Verordening op de heffing van markt-, staan- en weeggeld voor de Veemarkt te Breda. Artikel 1 De toelating van vee op de markt geschiedt uitsluitend op vertoon door de geleider van een bewijs, dat het volgens deze verordening daarvoor verschuldigd marlctgeld is voldaan. Dat bewijs is op de markt aan het daarvoor bestemde lokaal verkrijgbaar. Het marlctgeld bedraagt; voor runderen, eenhoevige dieren 0,25 voor varkens, vette kalveren, graskalveren 0,15 voor nuchtere kalveren,geiten,bokken, schapen 0,10 voor biggen en lammeren 0,05 Bij geschil over het bedrag van het verschuldigd marktgeld beslist de directeur van het slachthuis in eerste instantie. Artikel 2 Voor kramen of voor de verkoop van op de grond uitgestalde landbouwwerktui gen, zaden of voorwerpen, ten dienste van de landbouw en veeteelt, kan de direc teur van het slachthuis op door hem aan te wijzen plaatsen, voor zover er ruimte beschikbaar is, gedurende de tijd, dat de veemarkt geopend is, het innemen van plaats toestaan tegen voldoening van 0,10 per m2 bij vooruitbetaling. Artikel 5 Indien een aanvoerder van vee over een vaste standplaats op de markt wil beschikken, zal deze voor hem worden gereserveerd, doch niet langer dan 1 uur na opening der markt. Indien de standplaats dan nog ongebruikt is, kan de directeur van het slachthuis die aan een ander toewijzen. Voor een vaste standplaats is boven het gewone marktgeld bij vooruitbetaling verschuldigd per kalenderjaar voor; een rund of eenhoevig dier 1,- een varkenshok 5,- ander klein vee per stuk 0,50 Artikel 4 Voor het wegen van vee, door de daarvoor aangewezen beëdigd weger, die van elke weging een weegkaartje of weegbriefje verstrekt, moet bij vooruitbetaling worden voldaan:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 412