Bij volgno. 37 der agenda
-3-
sioensgrondslag zouden zijn opgenomen, indien de wethouder als zodanig ambte
naar was geweest in de zin van de Pensioenwet 1922, stbl.240, zomede voor de
toepassing van deze paragraaf de eventuele kindertoelage, welke belanghebbende
zou hebben genoten, indien hij wethouder was gebleven.
Artikel 7.
Indien de gewezen wethouder inkomsten geniet of gaat genieten uit of in ver
band met arbeid of bedrijf, ter hand genomen of aanvaard binnen drie maanden
vóór de dag, waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn, wordt de uitkering
met het bedrag van die inkomsten verminderd.