Bij volgno. 37 der agenda -10- §6. Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 23. 1. De artikelen 4 tot en met 13 van deze verordening zullen geen toepassing vinden en in de plaats daarvan zullen de daarmede overeenkomende artikelen van de voor belanghebbenden op 31 augustus 1956 geldende verordening inzake het wachtgeld en het pensioen voor wethouders en het pensioen voor hun we duwen en wezen van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van hem, die: a. op '31 augustus 1956 als gewezen wethouder aanspraak of uitzicht op pen sioen heeft en daartoe vcor 1 maart 1958 schriftelijk de wens te kennen geeft; b. op 31 augustus 1956 wethouder was en daartoe binnen zes maanden na het tijdstip, waarop hij ophoudt wethouder te zijn, schriftelijk de wens te kennen geeft. 2. Indien de in het vorig lid onder a. bedoelde gewezen wethouder voor 1 maart 1958 overlijdt en indien de in het vorig lid onder b. bedoelde wethouder als zodanig of tijdens de daarbedoelde periode van zes maanden overlijdt, wordt aangenomen, dat de in het vorig lid bedoelde wens te kennen is gegeven, in het geval dat daardoor de pensioenaanspraken voor de na te laten betrekkingen gunstiger zouden zijn. Artikel 24. 1. De met ingang van een datum vóór 1 september 1956, aan gewezen wethouders of aan hun weduwen en wezen toegekende pensioenen worden met ingangnvan dat tijd stip geacht krachtens deze verordening te zijn toegekend. 2. Een pensioen, als bedoeld in het vorig lid - met uitzondering van dat van hem, die de in artikel 23, eerste lid, onder a, bedoelde wens kenbaar heeft ge maakt, en het eigen pensioen van hem, die op het tijdstip van in werking tre ding van deze verordening de leeftijd van 65 jaren nog niet heeft bereikt - wordt, indien het lager is dan het pensioensbedrag, dat zou zijn toegekend, indien deze wet van kracht was geweest op het tijdstip, waarop het recht op dat pensioen is ingegaan, met ingang van 1 september 1956 ambtshalve tot dat bedrag verhoogd. Artikel 25. 1. Een in artikel 24, eerste lid, bedoeld pensioen van een gewezen wethouder, die op 1 september 1956 de leeftijd van 65 jaren nog niet heeft b>ereikt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 478