GEMEENTE BREDA
Volgno.Tb der :ndu
Bijlagen 1957
nr.299
8 augustus 1957
OS/7947
Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake
subsidiëring ven het O.L.Vrouwe Lyceum.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij besluit van 7 december 1954 (zie bijlage d.d. 50 november 1954,no.616,
gecorrigeerd bij brief van ons college d.d. 1 december 1954,no.V/21082) werd aan
het O.L. Vrouwe Lyceum een subsidie toegekend, welke was gebaseerd op 5 factoren:
a. de kosten van de niet door het Rijk gesubsidieerde meisjesklassen;
b. een nnuïteit groot 12.503,40 gedurende 1954 tot en met 1958 ter dekking van
oude tekorten;
c. een bedrag van 22,50 per leerling uit Breda.
De subsidie gebaseerd op factor a. is door toekenning ener rijkssubsidie ko
men te vervallen. De subsidie op basis van factor b. vervalt na 1958. De subsidie
op basis van factor c. werd toegekend op grond van uitgaven ten behoeve van latijn
op de H.3.S., de bibliotheek en de administratie voor zover deze Laatste kosten ho
ger lagen dan de rijksnormen en onder voorwaarde, dat deze subsidie zou vervallen
zodra de toenmaals geldende rijkssubsidieregeling zou worden gewijzigd of komen te
vervallen.
De wijziging welke de wet van 7 juli 1955,S.320, in de rijkssubsidieregeling
voor de V.H.M.O.- en M.0,-scholen met ingang van 1 januari 1956 heeft gebracht,
is voor het Lyceumbestuur aanleiding geweest om een nieuw subsidieverzoek in te die'
nen, hetwelk voor U ter inzage is gelegd en voor ons college aanleiding is geweest
voor herhaald beraad, óók met het bestuur van het Lyceum. Wij hebben daarbij mede
overwogen, dat de nieuwe rijkssubsidieregeling een ruime mogelijkheid biedt voor de
vergoeding van die exploitatiekosten der school, welke voorheen buiten subsidiever-
band moesten blijven, daar slechts zal worden nagegaan of een uitgave al dan niet
in het belang van het aan de school gegeven onderwijs is geweest en noch de nood
zakelijkheid noch de grootte ven de uitgave een factor voor de beoordeling is.