Volgno.Tb der agenda
-2-
Daamaast bestaat de mogelijkheid, dat achteraf -• per 5 jaarlijkse periode - een
"overschrijdingsbedrag" wordt ontvangen, indien de rijksscholen meer blijken te
hebben uitgegeven dan beschikbaar was gesteld. Hoewel wij ons hebben willen ont
houden van een beoordeling van iedere post afzonderlijk der ingediende begroting
en de daarbij behorende bedragen, hebben wij de overtuiging, dat er ten behoeve
van doeleinden ven algemene betekenis voor de vorming der jeugd op deze school uit
gaven noodzakelijk zijn, welke niet door de rijkssubsidieregeling worden gedekt en
- voor zover zij niet worden gedekt door andere inkomsten - voor een gemeentelijke
subsidie in aanmerking komen.
ken bedrag van 10,- per leerling uit Breda per jaar - per 15 januari 1956
en 1957 respectievelijk: 667 en 744 - lijkt ons daartoe redelijk en verantwoord.
Deze vorm van subsidiëring zou dan moeten gelden voor de jaren 1956 en 1957
Dc terzake dienende begrotingswijziging is voor U ter inzage gelegd, e voorwaarder
en bepalingen 1 en 2, welke aan het raadsbesluit ven 7 december 1954 waren verbonden
kunnen worden gehandhaafd.
Het advies ven de afdeling voor de subsidies zal U nog worden medegedeeld.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.