Volgno. 22 der agenda -2- In hoeverre de Regering voldoende plannen gereed heeft om tot een causale bestrijding der kapitaalschaarste te geraken, is ons niet bekend. Zij heeft het intussen wel nodig gevonden de financiering van alle investeringen der gemeenten, waarvoor deze geen vaste geldleningen kunnen aanwijzen, aan banden te leggen. Bij circulaire van 12 juli 1957 no.U 27446 Afd.Fin.(B.B.heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs organisatie aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat "financiering met kort geld alleen nog toelaatbaar moet worden geacht voor investeringen die reeds onderhan den zijn en niet meer kunnen worden stopgezet en dat nieuwe investeringen alleen dan ter hand kunnen worden genomen als de financiering met vast geld verzekerd is." Dit geldt ook voor woningbouw en scholenbouw. Wel is de mogelijkheid ge opend dat de gemeenten zich, indien de opbrengst der woningbouwleningen 1957(ver strekt via de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten) niet toereikend is voor de fi nanciering van nog in dit jaar in uitvoering te nemen woningwetbouw, via Gedepu teerde Staten in verbinding stellen met de Minister van Volkshuisvesting en Bouw- in nijverheid, opdat kan worden nagegaan op welke wijze de vaste financiering zou Irun- nen worden voorzien. Daarnaast is het mogelijk, indien de gemeenten ten aanzien van scholenbouw voor onoverkomelijke moeilijkheden komen te staan, dat zij zich via Gedeputeerde Staten tot de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen wenden, die zich alsdan met de Minister van Financiën en Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie in verbinding zal stellen, teneinde te trachten een oplossing te vinden. Ziet een gemeente zich geplaatst voor een investering op ander gebied, waaraan bepaald niet kan worden ontkomen, dan kan zij zich - indien zij er niet in slaagt tot het bedrag der voorgenomen investering een langlopende lening te sluiten in uiterste noodzaak met de Minister van Binnenlandse Zaken enz. in verbinding- stellen, opdat deze met zijn ambtgenoot van Financiën kan overleggen teneinde te trachten een oplossing te vinden. Van de aangewezen weg voor woningwetbouw en scholenbouw zal door onze gemeente in voorkomende gevallen gebruik worden gemaakt. Voor investeringen op ander gebied staat de bovenbedoelde opbrengst van geldlening ad 1.035.000,- ter beschikking, nadat daarop in mindering is gebracht de sedert 12 juli j.l. door Gedeputeerde Staten goedgekeurde kredieten tot oen bedrag van 61.468,- zodat resteert 973.552,-. Wij hebben gemeend dat deze gelden als volgt zouden moeten worden bestemd, waarbij wij een keuzo hebben gedaan uit de niet door Gedeputeerde Staten goedge keurde kredieten. Ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 587