-4- De hierop gemaakte uitzonderingen zijn vermeld op de bijlagen 5 en 6. Het betreft hier overwegend bedrijfspanden, welke slechts met 15$ zijn verhoogd. Wat de zgn. krotwoningen betreft merken wij nog op dat deze aanduiding nog niet wil zeggen, dat zij ongeschikt ter bewoning zijn. Zolang deze bewoond blijven en helaas is het binnen afzienbare tijd nog niet mogelijk om de bewoners een betere woongelegenheid aan te bieden, wordt door de gemeente de nodige zorg be steed aan het bewoonbaar blijven, waardoor de onderhoudskosten bijna even hoog zijn als de huuropbrengst. Gelet op het op zichzelf lage bedrag aan huur beloopt de 25$ verhoging voor deze woningen als regel minder dan de genoten huurcompensatie. Indien en voorzover een huurder van een woning der gemeente op goede gronden meent, dat de huur onevenredig hoog is, dan kan deze zich terzake tot het gemeen telijk woningbedrijf wenden, in welk geval eventueel een herziening plaats vindt. Tot dusver zijn er zo goed als geen bezwaren ingediend. Omtrent de huurverhoging van woningen door particuliere eigenaren beschikken wij nog niet over nadere gegevens en zijn er door ons nog geen adviezen ingezonden. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 598