GEMEENTE BREDA Volgno. 6d der agenda
Bijlagen 1957
no. 45
6 februari 1957
1/13151
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de bijzondere voorgevelrooilij
nen voor de Markendaalseweg e.o.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Op 12 december 1946 hechtte Uw College goedkeuring aan het wederopbouwplan
"Ruilverkaveling Mr.Dr.Frederiksstraat - Markendaalseweg", welk plan op 27 augus
tus 1947 werd vastgesteld door het College van Algemene Commissarissen voor de
Wederopbouw.
Het komt ons raadzaam voor, nu dit wederopbouwplan financieel afgewerkt is,
dit te vervangen door een bebouwingsverordening als bedoeld in artikel 43 der Wo
ningwet en door bijzondere voorgevelrooilijnen. Voor de stedebouwkundige motieven
mogen wij verwijzen naar de ter visie gelegde toelichting op de ontwerp-bebouwings-
verordening als bedoeld in artikel 43 der Woningwet.
Een ontwerp-besluit tot wijziging van de bijzondere voorgevelrooilijnen heeft
met ingang van 13 augustus 1956 gedurende dertig dagen ter visie gelegen ter ge
meentesecretarie. Deze ter visie legging is openbaar bekend gemaakt terwijl boven
dien de eigenaren en hypotheekhouders bij aangetekende dienstbrief een kennisgeving
M hebben ontvangen.
Tegen het ontwerp-besluit zijn bezwaarschriften ingekomen en wel van
1) Ï.A.Vermeulen, eigenaar van het perceel Gemeente Breda, Sectie A no.7754;
2) C.V.Bredasche Wijnhandel, eigenares van de percelen Breda, Sectie A no.8066 en
76275
3) Chr.van Genugten, mede-eigenaar van het perceel Breda, Sectie A no.8092$
4) J.Koralewski, mede-eigenaar van het perceel Breda, Sectie A no.8063$
5) J.Reijnders, mede-eigenaar van de percelen Breda, Sectie A nos 8063 en 8094.
De bezwaarschriften van de adressanten genoemd onder de nos 3,4 en 5 zijn eerst
ingekomen na het einde van de termijn binnen welke bezwaarschriften konden worden
ingebracht. In verband hiermede zijn adressanten niet-ontvankelijk. Het bezwaar
schrift van de adressant sub 4 is bovendien niet aan Uw College gericht en ook om
die reden is adressait niet ontvankelijk.
Wij menen even_wel juist te handelen door toch op de door adressanten gemaakte
opmerkingen in te gaan,
In de volgorde van elk bezwaarschrift afzonderlijk merken wij overigens het
volgende op;
1Aan het bezwaarschrift van adressant is onzes inziens grotendeels tegemoet te
komen door hem toe te zeggen, dat de gemeente pogingen zal aanwenden zijn be
drijf aan te kopen en naar een andere geschikte plaats over te brengen met dien