GEMEENTE BREDA Volgno. 11 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1957
no. 399
6 november 1957
OS/1 ..,970
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verlenen van een voorschot op de vergoeding als
bedoeld in artikel 126 der kleuteronderwijswet,
aan de besturen van de bijzondere kleuterscho
len in deze gemeente over de jaren 1956 en 1957
Ingevolge artikel 126, eerste lid der kleuteronderwijswet zijn de gemeenten ver
plicht aan de besturen der bijzondere kleuterscholen, die zonder gebruikmaking van de
kleuteronderwijswet zijn tot stand gekomen en die eigendom zijn van de schoolbesturen,
een jaarlijkse vergoeding uit te keren ter bestrijding van de kapitaalkosten van die
scholen.
De vergoeding wordt bepaald met inachtneming van het jaar, waarin de schoolgebouwen
zijn gesticht en van het aantal gebruikte lokalen, dat in verband met het aantal leid
sters wier bezoldiging van rijkswege wordt vergoed, naar de norm van artikel 20 van de
kleuteronderwijswet noodzakelijk is te achten, een en ander volgens regelen bij algemene
maatregel van bestuur te stellen.
De aan de toepassing van artikel 126 voor de gemeente verbonden kosten worden - zo
als ten aanzien van alle uit de kleuteronderwijswet, voortvloeiende kosten het gev.^l is
door het rijk aan de gemeente vergoed; voor de dienstjaren 1956 en 1957 heeft de gemeen
te van het rijk voor de hierbedoelde uitgaven voorschotten ten bedrage van respectieve
lijk 74.000,- en 78.400,- ontvangen.
Aangezien bovenbedoelde algemene maatregel van bestuur - waarin de uitvoeringsvoor
schriften van artikel 126 der kleuteronderwijswet worden gegeven - steeds niet is ver
schenen, is tot op heden aan de toepassing van dit artikel in deze gemeente geen uitvoe
ring kunnen worden gegeven.
In verband met de financiële moeilijkheden, waarin de besturen van de bijzondere
kleuterscholen in deze gemeente dreigen te gaan verkeren, komt het ons college gewenst
voor, dat de aan de gemeente verstrekte voorschotten aan de schoolbesturen worden door
betaald; desgevraagd werden ons door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen de navolgende bedragen opgegeven, waarnaar de voorschotten zijn berekend: