Als voornaamste oorzaken van de uitzetting van het budget kunnen worden vermeld: De stijging van de lasten van de onrendabele investeringen 547.000,- Meerdere personeelskosten als gevolg van salarismaatregelen en personeelsuitbreiding 159.000- 686.000,- Saldo van verhogingen en verlagingen van subsidieposten, waaronder een bedrag van 67.500,- verhoging van het subsidie t.b.v. de kruisverenigingen 150.000,- Diverse verhogingen van uitgaaframingen 500.000.- Hierop kunnen in mindering gebracht worden de normale uit zetting van de inkomstenramingen: Belastingen 42.300,- Uitkeringen van de nutsbedrijven 7.200,- Uitkeringen uit het gemeentefonds 148.000,- Diversen 110.000,- Alsmede-.de. rente van''eigen kapitaal en reserves en beschikking over reserves 88.000,- 1 .136.000,- 395.500.- 740.500,- Investeringsbeperking. Het belangrijkste probleem waarmede de gemeenten momenteel worden geconfronteerd is dat van de financiering van de kapitaalsuitgaven. Door het ontbreken van voldoende kapitaalsmiddelen heeft afremming van de investeringen plaats *p een zodanige wijze als na de laatste oorlog nog niet is opgetreden. In de tweede helft van 1956 werd de situatie op de kapitaalmarkt zo dat de ge meenten tegen de vastgestelde rentepercentages geen gelden meer konden aantrekken voor de financiering van de kapitaalswerken. Het gevolg was dat de financiering geschiedde met kortlopend geld, welke landelijk gezien grote vormen ging aannemen. De omvang van de vlottende schuld en het vooruitzicht dat deze niet op korte ter mijn kon worden geconsolideerd was voor de regering aanleiding om eind 1956 bij de ge meenten er op aan te dringen geen nieuwe kapitaalswerken meer ter hand te nemen, indien dit vergroting van de vlottende schuld tot gevolg zou hebben. Bij circulaire van 14 januari 1957 van de Minister van Binnenlandse Zaken Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie werden de maatregelen nader uitgewerkt. Voor het doen van kapi taalsuitgaven zouden de gemeenten voortaan, eer zij met de werken een aanvang zouden nemen, naast de normale wettelijke goedkeuring nog een afzonderlijke verklaring van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1957 | | pagina 720