stelden wij U in de raadsvergadering van 16 oktober 1957, Bijlagen no.379, voor om
alsnog een aanvrage tot verhoging van het basisbedrag te doen.
Intussen heeft het wetsontwerp,waarin thans wel de mogelijkheid tot herziening van het
basisbedrag der algemene uitkering is opengesteld, de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gepasseerd.
Subjectieve verhoginr 1956.
De begroting voor het dienstjaar 1956 was oorspronkelijk sluitend geraamd met
een bedrag van 782.334,- voor subjectieve verhoging van het basisbedrag der algemene
uitkering. In Uw vergadering van 14 september 1955 (Bijlagen no.537) is besloten tot
het indienen van een daartoe strekkend verzoek.
Bij de 1e wijziging van de begroting is het nadelig saldo verlaagd tot 378.134,-,
terwijl naar aanleiding van de nota van aanmerkingen van gedeputeerde staten op de
begroting het resterende tekort volledig is afgevoerd bij de 21e wijziging van de be
groting.
Hierna is op het verzoek om subjectieve verhoging bij de beschikking van de
Ministers van Binnenlandse Zaken enz. en van Financiën van 4/7 september 1956 afwij
zend beschikt.
Hoewel de begroting na de 1e en 21e wijziging sluitend was gemaakt vertoont de
dienst 1956 een nadelig saldo, ^et nadelig saldo van de dienst 1956 zal een bedrag
van rond 420.000,- belopen, welk bedrag wordt afgeschreven van de saldi-reserve.
Per ultimo 1956 bedraagt de salcLi-reserve 3.882.621,95
Nadelig saldo van de dienst 1956 420.000
3.462.621,95
In de begroting 1957 is geraamd de beschikking «ver een ge
deelte van de saldi-reserve tot een bedrag van 21 .900-
Stand van de saldi-reserve volgens de begroting per ultimo 1957 3.440.721,
Subjectieve verhoyinu' 1957.
In Uw vergadering van 12 september 1956 (Bijlagen 1956, no. 487) is besloten tot
het aanvragen van een subjectieve verhoging van het basisbedrag der algemene uitkering
voor welke verhoging als basis werd gesteld het oorspronkelijk geraamde tekort van
de begroting 1957 van ruim miljoen gulden. Naar aanleiding van de van gedeputeerde
staten ontvangen nota van aanmerkingen op de begroting 1957 (behandeld in de raads
vergadering van 16 oktober 1957, Bijlagen no.380) is dit tekort gereduceerd tot
ruim 2 miljoen gulden, welk bedrag wel als uitgangspunt zal worden genomen bij de be
slissing over de ingediende aanvraag om subjectieve verhoging voor 1957. Verwacht wordt
dat begin december a.s. een aanvang gemaakt zal worden met de beoordeling van de aan
vrage voor 1957.