-8-
Subjectieve verhoging 1958*
Do ontwerp-begroting 1958 vertoont t.a.v, de herziene begroting 1957 een uitzet
ting van het budget met rond 750*000$- bij een gelijk verzorgingsniveau waarvoor -
uitgaande van de volledige honorering van het verzoek 1957 - een beroep moet worden
gedaan op de bijzondere middelen van het gemeentefonds, waartoe reeds is besloten in
Uw vergadering van 16 oktober 1957 (Bijlagen no.379).
Toekomstige regeling van de financiële verhouding.
Door de belangrijke plaats welke de uitkeringen uit het gemeentefonds in de fi
nanciële verhouding tussen het rijk en de gemeente innemen is het, met het oog op de
continuïteit van het verzorgingsniveau wenselijk, dat een regeling voor een langere
periode tot stand wordt gebracht. Het door de Commissie Oud opgestelde ontwerp voor
een definitieve regeling wijkt aanzienlijk af van de thans geldende noodregeling,
O met name door de invoering van een aantal doeluitkeringen (uitkeringen welke met be
paalde verzorgende taken verband houden) en een algemene uitkering waarvan de bereke
ningsformule zo ruim mogelijk is opgesteld. Daarnaast wordt de wijze waarop de jaar
lijkse subjectieve herziening van de algemene uitkering plaats vond, in zijn huidige
vorm niet langer bestendigd.
Hoewel het ons in dit stadium van voorbereiding niet noodzakelijk voorkomt een
uitvoerige uiteenzetting te geven over de door de Commissie Oud voorgestelde regeling,
willen wij wel de aandacht vestigen op het verband dat bestaat tussen de nieuwe rege
ling van de financiële verhouding en de door de Commissie Oud reeds eerder uitgebrachte
rapporten over verwante financiële problemen, omdat deze de aan de gang zijnde ontwik
keling volgen: t.w. een toeneming van de doeluitkeringen. De wijze van verdeling van
de aan de gemeenten toekomende middelen wordt nl. geleidelijk verschoven van een uit-
kering van middelen met een algemene bestemming naar waar mogelijk uitkeringen voor
bepaalde kosten.
Naast de definitieve regeling van de financiële verhouding, liggen van de Commissie
Oud nog de volgende voorstellen bij de regering:
1wijziging van de financiering van de kosten van verpleging van behoeftige krankzin
nigen;
2. wijziging van de financiering van de kosten van wegen;
3. uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied met de woonplaatsbelasting.
Omtrent het tijdstip van totstandkoming van dit complex van maatregelen kan niets
met zekerheid worden medegedeeld. Het zou echter een bijzonder ongelukkige samenloop
van omstandigheden zijn, indien belangrijke beslissingen in het probleem van de finan
ciële verhouding zouden worden genomen in een tijdvak, waarop de financieel-econo-
mische toestand van ons land tot bestedingsbeperking noopt.