GEMEENTE BREDA
Bij volgno. 8 der agenda
De raad der gemeente Breda5
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 december 1957, Bij
lagen 1957, no. 443?
Overwegende, dat door de uitsluitend in het belang van de verbetering der volks
huisvesting werkzame en als zodanig toegelaten Algemene Woningbouwvereniging voor
Breda e.o. zal worden overgegaan tot de stichting van een complex van 25 woningen,
in het uitbreidingsplan "Liniestraat" te Breda
dat de bouw en de exploitatie der woningen zullen kunnen geschieden met toepas
sing van de financiële bepalingen van de woningwet en hare uitvoeringsvoorschriften?
Gelet op de artt.52 en 56 der woningwet, de bepalingen van het Woningbesluit en de
beschikking bijdragen woningwetbouw 1950?
besluit:
onder voorbehoud van toekenning van de onder II vermelde steun uit 1s Rijks kas
aan de Algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o. te verlenen:
a. een voorschot ten bedrage van maximaal 63.200,- ten behoeve van het verkrijgen
van bouwterrein en een voorschot ten bedrage van maximaal 436.400,- ten behoe
ve van de bouw van het complex 25 woningen in het uitbreidingsplan "Lindestraat"
te Breda en zulks onder de navolgende voorwaarden:
1de betaling van rente en aflossing der grond- en bouwvoorschotten behoort te ge
schieden in respectievelijk 75 en 50 annuïteiten, berekend naar hetzelfde rente
percentage als de gemeente verschuldigd zal zijn voor het door haar nu of later
voor het onderhavige doel opgenomen kapitaal, met inbegrip van de kosten op
het sluiten, opnieuw sluiten of converteren der geldlening(en) vallende?
2. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der bouwvereniging, alsmede in
dien de voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend, niet worden nageleefd,
wordt het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan terstond opvorderbaar
3. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der bouwvereniging, zon
der goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde sta
ten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een som van tweemaal de bij dit
besluit verleende voorschotten, waarvoor de leden van het bestuur, die aan het
besluit tot vervreemding of verzwaring hebben medegewerkt of zich daartegen
niet hebeen verzet ook na hun aftreden als bestuurslid, hoofdelijk ieder voor
het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente om,
zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen
en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen?
4. de gemeente zal, zolang het voorschot niet geheel is afgelost, met goedkeuring
van gedeputeerde staten, of, bij weigering, met koninklijke goedkeuring, het
recht hebben alle bezittingen, met het voorschot verkregen, met de daarop