hij voigno. 6 der agenda _2-
rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der bouwvereniging, voor zover
die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen te
gen betaling van een bedrag, door gedeputeerde staten goedgekeurd of bij weige
ring, door de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de
verwerving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen
vermogen van de bouwvereniging slechts een billijke vergoeding voor noodzakelijke
met de eigendomsovergang verband houdende kosten wordt uitgekeerd4,
5bij de uitvoering van de plannen, waarvoor het voorschot wordt verleend, mogen be
stuursleden der bouwvereniging niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of
voordeel genieten als aannemer, onderaannemer, uitvoerder, arbeider of architect
6. de bouwvereniging zal de woningen behoorlijk onderhouden en deze voor de door des
kundigen te schatten reproduktie-waarde tegen brandschade verzekeren, een en ander
ten genoegen van burgemeester en wethouders en met inachtneming van de eventueel
van rijkswege te geven nad.ere voorschriften;
7. de bouwvereniging zal moeten naleven al die voorwaarden, welke de minister met de
uitvoering der woningwet belast aan de steun va.n het Rijk mocht verbinden en wel
ker naleving afhankelijk is van medewerking der vereniging; bedoelde voorwaarden
worden geacht bij voorbaat in dit besluit te zijn opgenomen;
8. indien overeenkomstig artikel 24b, 2e lid van het woningbesluit de rijksbijdragen
in het exploitatietekort worden vervangen door een uitkering ineens ten bedrage van
de gekapitaliseerde waarde der bijdragen, dan zal het daardoor beschikbaar komende
bedrag strekken tot buitengewone aflossing op de voorschotten.
een jaarlijkse bijdrage in het tekort op de exploitatie van de onder a genoemde wo
ningen, tot een gelijk bedrag als de onder II sub b bedoelde rijksbijdrage, voor een
tijdvak van ten hoogste 50 jaren, aanvangende op het tijdstip, waarop de woningen
voor bewoning gereed zijn en zulks onder de voorwaarden waaronder de rijksbijdrage
wordt toegekend, alsmede de navolgende:
1. de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te dien aanzien is be
paald in artikel 25, 7e en 8e lid van het woningbesluit, behoudens het bepaalde in
artikel 24c, derde lid van dat besluit;
2. indien het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan wordt opgevorderd krach
tens artikel 19, letter b van het woningbesluit, zullen de bijdragen, tot welker
betaling de gemeente zich nog in de toekomst verbonden had, niet meer zijn ver
schuldigd;
3. de door de gemeente verleende bijdrage zal in mindering strekken van de annuïtei
ten, welke de bouwvereniging aan de gemeente heeft te betalen;
4. er wordt krachtens artikel 24c van het woningbesluit een reserve gevormd tot dek
king van het aan de exploitatie der woningen verbonden risico, ten aanzien van welke
reserve d.e bouwvereniging zich moet gedragen naar hetgeen te dezen aanzien in de
beschikking bijd.ragen woningwetbouw 1950 is bepaald.