GEMEENTE BREDA Volgno. 16 der agenda
Bijlagen 1957
no. 58
6 februari 1957
Vl/1128
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van een leraar in tijdelijke dienst
aan de gemeentelijke technische avondschool.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA,
In verband met de ziekte van de heer J.A.P.van Meel, leraar aan de gemeentelijke
technische avondschool; is het gewenst een leraar in tijdelijke dienst te benoemen.
Voor de goede voortgang van het onderwijs hebben wij de voormelde betrekking
voorlopig doen waarnemen dooi" de heer P.J.H.Mous,die reeds als leraar aan de gemeente
lijke technische school is verbonden.
Hij is voor de te geven lessen in de vakken rekenen en nederlandse taal bevoegd,
maar onbevoegd voor het vak meetkunde.
Overeenkomstig het voorstel van de Directeur, waarin tevens het advies van de
Commissie voor het Nijverheidsonderwijs is vervat, ware de heer Mous met ingang van
7 januari 1957 in tijdelijke dienst te benoemen voor de duur van de ziekte van de
heer van Heel, doch uiterlijk tot het einde van het op 30 september 1957 eindigende
cursusjaar 1956/1957.
Aan de benoeming waren ingevolge de Nijverheidsonderwijswet en het Rechtspositie
besluit K.0.1935, de volgende voorwaarden te verbinden:
1 dat aan de benoemde een getal lesuren kan worden opgedragen als in verband met de
belangen van het onderwijs zal blijken nodig te zijn en
2. dat do voordracht door de Minister van Onderwijs, Kunsten en Jetenschappen wordt
goedgekeurd
Het advies van de .Directeur en de minuut van de ter goedkeuring ingezonden voor
dracht liggen voor U ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C.KORTWANN burgemeester.
VAN HOEKSEL secretaris.
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de Nijverheidsonderwijswet worden de
leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de Gemeenteraad uit een
voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door Burgemeester en Wethouders, na
dat de Directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voordracht behoeft
de goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Kunsten en wetenschappen. In lid 1 van
dit artikel is eveneens bepaald, dat in gevallen van spoedeisende aard, voor de duur
van ten hoogste 3 maanden een leraar door Burgemeester en Wethouders kan worden benoemd.