Bij volgno. 29 der agenda
De diocesane E.A.J. en de V.E.A.J. dienden voor 1957 een aanvraag in voor sub
sidie in de kosten van vrijgestelden naast de aanvragen van de plaatselijke
overkoepelende organisaties: de katholieke jeugdraad, de protestantse jeugd-
centrale, de padvindersorganisatie en de A.J.C.. De E.A.J. en de V.E.A.J. zouden
namelijk na de reorganisatie van de interdiocesane stichting "Dienst jeugd in de
bedrijven" de vrijgestelden overnemen. Omdat deze organisaties, vooruiclopena
op de voltooiing van reorganisatieplannen naar onze mening terecht mochten ver
wachten, dat de door haar overgenomen krachten gesubsidieerd zouden kunnen worden
uit de post, waaruit tot 1957 het subsidie "Dienst jeugd in de bedrijven" werd
gegeven, menen wij dat voor dit jaar ten aanzien van deze vrijgestelden een zelf
standige beoordeling los van de aanvrage van de overige organisaties verantwoord
is.
Nu echter de gelden, gereserveerd op de post "Dienst jeugd in de bedrijven"
in 1957 niet kunnen worden gebruikt, omdat de nieuwe diocesane stichting niet tot
stand is gekomen en voor deze uitgave geen goedkeuring van gedeputeerde staten werd
verkregen, zal de subsidiëring van deze functionarissen uit het in ons voorstel
genoemde bedrag ad 14.800,- moeten geschieden.
Rekening houdend met het feit, dat in feite slechts één functionaris voor
de stad Breda werkzaam is geweest en rekening houdend met een rijkssubsidie van
20 °/o, alsmede met de mogelijkheid tot provinciaal subsidie menen wij dat een bijdrage
in de salariskosten van 1.500,- voor 1957 redelijk genoemd kan worden.
Het restant van de goedgekeurde jeugd-subsidie stellen wij U voor als volgt te
verdelen:
1Katholieke jeugdraad
a. jeugdorganisaties 8.500,-
b. secretariaat kath.jeugdwerk t.b.v.
stedelijke activiteiten 700,-
c. Nederlandse katholieke sportbond 1.500,-
2. Protestantse jeugd centrale
jeugdorganisaties 1.600,-
3. A.J.C. 11 550,-
4. Padvindersorganisatie 450,-