GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1957
no. M
14 november 1957
BW/15865
Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake
het huisvestingsbeleid.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Mede tengevolge van de bestedingsbeperking dreigen complexen van voornamelijk
duurdere woningen uit de sector van de particuliere woningbouw gedeeltelijk onver
kocht of onverhuurcl te blijven. Vroeg of laat zal dit leiden tot vermindering van de
plaatselijke bouwcapaciteit; immers onverkoopbaarheid van woningen betekent beper
king van de liquide middelen, welke ter beschikking van de bouwondernemer staan,
terwijl onverhuurbaarheid van woningen potentiële woningverhuurders met hun midde
len in den vervolge naar elders zal doen vluchten.
Teneinde het boven gesignaleerde gevaar zoveel mogelijk af te wenden, hebben wij
naar wij vertrouwen met Uw instemming, bij wijze van tijdelijke maatregel, op het
stuk van het vestigingsbeleid de navolgende sopele gedragslijn vastgesteld, welke
het mogelijk zal maken bepaalde categorieën van woningen geheel of gedeeltelijk ook
aan niet economisch aan Breda gebondenen te verkopen of te verhuren:
A. ten aanzien van woningen, gesubsidieerd volgens de Premie-beschikking woningbouw
1957 o
a. indien het betreft woningen, voor de bouw waarvan de eerste bewonereigenaar
een toeslag, als bedoeld in het Besluit bevordering eigen-woningbezit, toe
gekend kan worden, wordt een vrije vestigingsmarge van 25 verleend;
b. de toewijzing van huurwoningen, waarvoor een premie van 125 verstrekt wordt
(dit zijn woningen, waarvan o.a. de huur niet meer dan 100,- per maand zal
bedragen), zal blijven geschieden geheel volgens de vigerende regelen;
c. indien het betreft woningen, voor de bouw waarvan de halve premie toegekend
wordt (dit zijn bfwel huurwoningen waarvan o.a. de huur ligt tussen ƒ,100,--
en 151,- per maand, bfwel door de eigenaar te bewonen woningen, voor de bout
waarvan geen toeslag, als bedoeld in het Besluit bevordering eigen-woningbezit,
kan worden toegekend en waarvan de bouwsom niet meer dan 50.000,- bedraagt),
zal een vrije-vestigingsmarge van 25 aangehouden worden;