GEMEENTE BREDA
Bij volgno.
45 der agende
De raad van de gemeente Breda?
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1957,
no.?/20838
besluit:
Artikel I.
In de uitkeringsverordening worden d_e volgende wijzigingen aangebracht:
A. Artikel 1eerste lid, onder c, komt te luiden:
"c) "laatstelijk genoten beloning": het door belanghebbende op de dag voor het
ontslag genoten salaris of loon, vermeerderd met de emolumenten en toelagen,
welke in de pensioensgrondslag zijn opgenomen of - ware hij in vaste ambtelijke
dienst aangesteld - zouden zijn opgenomen".
B. Artikel 2 komt te luiden:
"Deze verordening is van toepassing' op hen, die de 65-jarige leeftijd niet hebben
bereikt en die in dienst van de gemeente werkzaam zijn:
a) in tijdelijke dienst als ambtenaar in de zin van het algemeen ambtenarenregle
ment, indien zij in geval van ontslag geen aanspraak op wachtgeld verlenen
aan de wachtgeldverordening?
b) als werknemer in de zin van de arbeidaovereenkomstenverordening, voor zover zij
in dienst zijn genomen overeenkomstig de bepalingen van afdeling I van die ver
ordening.
C. Artikel 3, eerste lid, onder b, komt te luiden:
"b) in de aan het ontslag onmiddellijk voorafgaande periode van 12 maanden geduren
de tenminste 78 dagen in loondienst hebben gewerkt."
D. Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:
"2. Met inkomsten, die genoten worden uit enige overheidskas, worden andere inkom
sten gelijkgesteld, indien zij verbonden zijn aan een betrekking, waardoor belang
hebbende onder de pensioenwet 1922 (S,240) valt, of - ware hij in vaste dienst -,
ongeacht het bepaalde bij artikel 3, eerste lid, onder b, van die wet - zou vallen."
7 E. Artikel 7, derde lid, vervalt? waarna lid 4 vernummerd wordt tot lid 3.
P. Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:
"2. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt overigens verleend op de voet
van de regeling, welke voor belanghebbende gold op de dag voor het ontslag, zoals
deze op het tijdstip van uitkering luidt."
G. In artikel 10 wordt na het woord "artikelen" ingevoegd "6, tw'eede lid,".
H. In artikel 11 wordt 6.000,-" gewijzigd in 6.900,-", terwijl voorts aan dit
artikel worden toegevoegd een zesde en zevende lid, luidende:
"6. Ten aanzien van oen belanghebbende, als bedoeld in het eerste lid, vinden de
artikelen 6, tweede lid, 9, tweede lid, en 11eerste en tweede lid, van de
wachtgeld.verordening voor zo veel mogelijk overeenkomstige toepassing.
7. Over volle kalenderweken, waarover uitkering wordt ontvangen, wordt de premie
terzake van de verzekering ingevolge de invaliditeitswet van de belanghebbende
betaald op de wijze als aangegeven in artikel 226, eerste lid, van die wet.»
I. Artikel 12, tweede lid, komt te luiden:
"2. Ten aanzien van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, vindt het bepaalde
in artikel 8, tweede lid, toepassing."