GEMEENTE BREDA
Volgno. 46 der agenda
Bijlagen 1957
no489
7 december 1957
p/20802
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wij
ziging van de bezoldigingsregeling ambtenaren 1955.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij koninklijk besluit van 13 mei 1957, stbl. 159 zijn de salarissen van
een aantal groepen van hogere rijksambtenaren met ingang van 1 september 1956 ver
hoogd. In zijn circulaire van 15 juni 1957 deelde de minister ven binnenlandse
zaken, bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie aan de gemeentebe
sturen o.a. mede, dat het in de rede ligt, dat voor het overeenkomstig personeel
van de lagere publiekrechtelijke lichamen soort elijke voorzieningen worden getrof
fen.
Deze zullen voor het in aanmerking komend gemeentepersoneel evenals voorheen
tot uitgangspunt hebben de wedde van de gemeentesecretaris, welke d.oor gedeputeerde
staten verhoogd zal worden vastgesteldbovendien moeten juiste plaatselijke verhou-
dingen in acht worden genomen. De secretariswedde wordt niet in gelijke mate verhoogd
als een op gelijk niveau gelegen salaris van een rijksfunctionaris, omdat dit niet
zou passen in het kader van het algemeen gemeentelijk salarisbestel en een systema
tische samenhang tussen de salarissen van burgemeesters en secretarissen. Gevolg
hiervan is, dat de verhogingen, welke aan rijksfunctionarissen worden toegekend
- voor onderscheidene groepen verschillend, zoals blijkt uit het overzicht op bijlage
I van de circulaire - evenmin voor alle gelijksoortige groepen van personeel dezer
gemeente tot diezelfde bedragen in aanmerking konden worden genomen.
De minister geeft ook aanwijzingen omtrent het aantal en de bedragen van de
periodieke verhogingen van de nieuwe salarisschalen en de inpassing daarin, alsmede
van de intrekking van verleende ambts- en persoonlijke toelagen (voor de rijksambte
naren geregeld in de artikelen IV tot en met VI van het koninklijk besluit)