GEMEENTE BREDA
volgao. 1ö der agenda
Bijlagen 1958
no. 65
5 februari 1958
V/923
Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
hoging van het krediet voor de restauratie van
de toren der Grote of O.L. Vrouwekerk tot en
met de 2e étappe.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Voor de tweede étappe van de restauratiewerken aan de toren der Grote nf O.L.
Vrouwekerk is in Uw vergadering van 16 februari 1955 overeenkomstig ons voorstel,
bijlagen 1955, nc. 96, een krediet toegestaan van 1.200,000,-, te verwerken in de ja
ren 1955 tot 1958/59. Deze étappe omvat het herstel van het 3e vierkant van de toren
van 50 m+ tot 37 m+ en van de hoekwachters en verbindingsluchtbogen.
Voor de eerste étappe was beschikbaar een krediet van 1 .530.000,- in totaal
derhalve 2.730.000,-. Genoemde bedragen zijn door de minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen voor de toekenning van het rijkssubsidie goedgekeurd. Hieraan is dan
nog toe te voegen een bedrag van 16.000,- wegens aandeel in de kosten van de ver
plaatsing en het herstel van het orgel in de Grote Kerk, eveneens subsidiabel, waar
voor krediet is toegestaan in Uw vergadering van 17 november 1954. De aanleiding hier
voor was gelegen in de omstandigheid, dat het orgel destijds mede vanwege de toren-
restauratie is verplaatst moeten worden.
In totaal zouden de kosten van de eerste twee restauratieperioden dus 2.746.000,
bedragen,
Volgens het in 1955 vastgestelde werk- en financieringsschema, dat mede als basis
zou dienen voor de in 1956 tot en met 1959 op de gemeentebegroting uit te trekken
kredieten, zou in 1958 een bedrag van 300.000,- kunnen worden verwerkt. De bijge
voegde begroting der restauratiewerken voor het jaar 1958 sluit met een bedrag van
306.135,-, welk bedrag met het oog op onvoorziene kosten ware af te ronden op
340.000,-, zijnde dus 10.000,- meer dan het werkschema als bovenbedoeld aangaf.
Uit de mede overgelegde omschrijving der uit te voeren werken moge U blijken,
dat het herstel van het derde vierkant en de wachters snel voortschrijdt; onvoorziene
omstandigheden voorbehouden mag dus de voltooiing van dit deel der restauratie in 1959
worden verwacht,
In de jaren 1955 tot en met 1957 werden de in meergenoemd schema opgenomen be
dragen belangrijk hoger opgevoerd, in eerste instantie als gevolg van het streven om
het tempo der restauratie te versnellen, doch naar nu kan worden vastgesteld ook door
de sedert 1954 ingetreden loon- en prijsstijgingen.
De overschrijding der ramingen voor genoemde jaren luidt als volgt:
1955
1956
1957
volgens schema
283.000,-
300.000,-
300.000,-
verwerkt
276.097,-
370.955,-
377.032,-
Totaal
f33.000,-
1 .024.085,-