GEMEENTE BREDA
Volgno. 1 der agenda
Bijlagen 1958
no. 5
V/235
7 januari 1958
Schrijven van burgemeester en wethouders
inzake het uitbreidingsplan in hoofdzaak.
DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Naar aanleiding van de U op 6 januari toegezonden brieven van een aantal agrarische
organisaties menen wij goed te doen, buiten hetgeen wij reeds mondeling en schriftelijk
omtrent het uitbreidingsplan in hoofdzaak te Uwer kennis hebben gebracht, op bovengenoem
de brieven nader schriftelijk in te gaan*
Uit de ruim 300 ingediende bezwaarschriften was ons reeds gebleken, dat van indivi
duele agrarische zijde weinig bereidheid aanwezig was de voor de noodzakelijke ontwikke
ling van de stad onvermijdelijke opoffering van agrarischaferond te aanvaarden» Daarvoor
hebben wij wel begrip.
Nu echter zowel de R.K. Boerenbonden van Breda, Ginneken, Princenhage en Teteringen
als de R.K. Tuinbouwvereniging van Princenhage bezwaar maken tegen iedere aantasting van
agrarisch gebied rond Breda, zonder tegenover de voorliggende plannen ook maar enig alter
natief te stellen, willen wij er nogmaals nadrukkelijk op wijzen, dat de groei van de
stad niet is te ontgaan en dat opoffering van belangrijke agrarische gebieden onvermij
delijk is,
In de toelichting op het voor U ter visie gelegde plan hebben wij reeds gesteld dat
binnen de gemeentegrenzen van Breda onvoldoende geschikt gelegen terreinen aanwezig zijn
voor de tot 1980 te verwachten bevolkingsgroei* Uiteraard is een uitvoerige studie gemaakt
van alle theoretische mogelijkheden, waarbij echter na zorgvuldige overweging en langdurig
overleg geen andere keuze mogelijk bleek dan in het plan is vastge_legd, Be adresserende
agrarische organisaties beperken zich tot het maken van bezwaren, doch het is ook bun
blijkbaar niet mogelijk aan te geven waar de noodzakelijke woongebieden wèl gevonden moe
ten worden.
^en aanzien van de brief, welke aan U werd gezonden door de R.K. Tuinbouwvereniging
en de R,K. Boerenbond Princenhage merken wij nog het volgende op*