GEMEENTE BREDA
Volgno. 16 der agenda
Bijlagen 1958
no. 107
5 maart 1958
F/4362
Voorstel van burgemeester en wethouders tot bekor
ting van de duur der kermissen in Breda-centrum en
voormalig Ginneken.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In een vorige vergadering is de vraag gesteld of het niet gewenst werd geacht
de duur van de kermissen in Breda te bekorten.
Inderdaad vervult de kermis als ontspanningsmedium niet meer dezelfde rol als
voorheen. De ontspanningsmogelijkheden hebben de laatste decennia grote veranderingen
ondergaan en zijn in aantal en verscheidenheid zodanig toegenomen, dat de betekenis
van de kermis in dit opzicht is teruggedrongen.
Breda, met een kermis van 8 dagen in de binnenstad tot de ruimst kermisvierende
steden behorend, heeft destijds bij de grenswijziging met Ginneken en Princenhage nog
respectievelijk 8 en 4 kermisdagen erbij verworven, omwille van de traditie in
deze stadskernen. In vergelijking met andere grote gemeenten - Eindhoven heeft 4
en Tilburg 5 kermisdagen, naast een enkele buurtkermis - is een totaal van 20 ker
misdagen in Breda van het goede wel erg veel.
Ongetwijfeld heeft de kermis nog grote aantrekkingskracht op het publiek door
het bijzondere karakter van dit vermaak en vooral voor de kinderen is het een unieke
attractie. Toch vraagt de overlast welke een omvangrijke kermis in de binnenstad ver
oorzaakt door opstopping van de belangrijkste verkeersaders in het centrum en uit
schakeling van de voornaamste parkeergelegenheden, steeds dringender de aandacht en
is beperking van dit euvel een dwingende noodzakelijkheid geworden.
Ook uit een ander oogpunt zal bekorting van de kermisduur overweging verdienen.
De kermis trekt veel geld aan en anders dan vroeger, toen de kermispot de middelen
verschafte, zal het voor velen moeilijk zijn bij de veelheid van wat tegenwoordig ge
boden wordt, de tering naar de nering te zetten. Dat dikwijls niet aan de verleiding
kan worden weerstaan om uit week- of maandinkomen tijdens de kermisdagen abnormale
verteringen te doen, ondervinden de leveranciers van levensmiddelen door toeneming
van het aantal pofklanten, met alle narigheid van dien.