EMEENTE BREDA volgno. 1 der agenda
bijlagen 1958
no. 2
24 december 1957
V/17911
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van het uitbreidingsplan in hoofdzaak.
|i DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de informatieve vergadering van Uw college van 5 juli 1957 is een
uiteenzetting gegeven van het ontwerpplan van uitbreiding in hoofdzaak. In
deze uiteenzetting is tevens aangehaakt aan de besprekingen, welke reeds geruime
tijd met de aangrenzende gemeenten aan de gang zijn om tot een bevredigende oplos
sing van de moeilijkheden veroorzaakt door de gestadige groei van de bevolking,
te komen.
Zoals in de toelichting op het plan is vermeld, zijn de binnen de grenzen
Ivan dit ontwerp-plan voor woongebied bestemde gebieden niet voldoende tot 1980.
In het overleg-orgaan, waarvan wij U in de hiervoor vermelde vergadering
van 5 juli j.l. hebben gesproken, is overeenstemming bereikt over een structuur-
plan, dat voldoende mogelijkheden biedt voor de te verwachten bevolkingsaanwas.
Het onderhavige ontwerpplan loopt daarop vooruit. De bereikte overeenstemming,
waaraan Uw college en de raden van de bij het overleg betrokken gemeenten uiter
aard nog goedkeuring zullen moeten geven, houdt o.m. in, dat om praktische en
technische redenen gestreefd zal worden naar bebouwing van de woongebieden Hoge
Vugt, IJpelaar en Princenhage in de hier genoemde volgorde.
Indien de thans op Bredaas grondgebied in dit ontwerp-plan tot woongebied
bestemde gebieden, niet in hun totaliteit deze bestemming verkrijgen, wordt uiter
aard de vrijwillige samenwerking tussen Breda en de omliggende gemeenten in ern
stig gevaar gebracht.
Mocht de vrijwillige medewerking van de besturen der omliggende gemeenten
niet worden verkregen, dan zal bebouwing van het gebied ten noorden van Princen
hage reeds eerder moeten plaats vinden, omdat de gebieden Hoge Vught en IJpelaar
dan uiteraard beperkt zullen blijven tot de in dit plan in hoofdzaken opgenomen
gronden. Haan globale schatting kan deze termijn op ongeveer vijf jaren worden
gesteld.
Bij de ter visie legging van het plan zijn wij er ons wel van bewust ge
weest, dat er een grote stroom van bezwaarschriften zou komen, omdat grote agra
rische belangen bij realisatie van het plan zullen worden aangetast. Daar het
hier echter gaat om de ontwikkeling van stad en gewest, zijn wij met het overleg
orgaan van mening, dat de wijze, waarop thans de problemen worden aangepakt mede
bepalend zal zijn voor de ruimtelijke situatie, waarin het nageslacht generaties
lang zal moeten leven.
Indien thans te kortzichtig te werk wordt gegaan, zal het moeilijk, zo
niet onmogelijk zijn, de sociaal-economische ontwikkeling in een verdere toekomst