GEMEENTE BREDA Volgno. 25 der agenda Bijlagen 1958 no181 10 april 1958 V/2507 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot toe kenning van een vergoeding aan J.C. van Sprundsl in verband met de vertraging bij de uitvoering van diens bouwplan. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op 14 september 1955 hebt U besloten met J.C. van Sprundel, destijds wonende Valkenierslaan 191een overeenkomst van ruiling aan te gaan, waarbij Van Sprundel aan de gemeente in eigendom zou overdragen gedeelten van de percelen kadastraal bekend gemeente Ginneken sectie I nos 6159 en 6160 in ruil waarvoor de gemeente aan Van Sprundel in eigendom zou overdragen een gedeelte van het perceel in genoemde kadastrale gemeente en sectiel no4267. De bedoeling van deze transactie was dat Van Sprundel zijn bakkerij-bedrijf "Het beste brood",gelegen op de hoek van de Prins Hendrikstraat en de Valkeniers laan, zou herbouwen op de aan hem in eigendom verblijvende gedeelten van de per celen I 6159 en 6160 en op het gedeelte van I 4267, dat hij in eigendom zou ver krijgen. Voor de uitvoering van dit bouwplan souden de panden Prins Hendrikstraat 165 en 187, staande op laatstgenoemd perceel, gesloopt moeten worden. Van Sprundel heeft aan de transactimedegewerkt in de verwachting, dat deze panden binnen enkele maanden nadat tot ruiling was besloten, zouden zijn gesloopt. Sloping kon evenwel eerst ruim een jaar daarna plaats vinden, omdat ontruimin van de te slopen woningen niet eerder mogelijk was. Door deze stagnatie, waarop niet was gerekend, he eft Van Si-xrundel schade ge leden, zoals is uiteengezet in een toelichting, die met een ontwerp-besluit tot toekenning van een vergoeding aan Van Sprundel voor U ter inzage is gelegd. Wij stellen U voor overeenkomstig dit ontwerp-besluit tot het verlenen van een tegemoetkoming te besluiten. De afdeling voor openbare werken kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 272