GEMEENTE BREDA Volgrxo. 19 der agenda Bijlagen 1958 no. 187 10 april 1958 V/3405 Voorstel van "burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling van een krediet voor de verbouwing van het gemeente-archief. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Verschillende omstandigheden, t.w. de uitbreiding van de archieven, de toename van het personeel en de groeiende belangstelling van het publiek voor archiefstukken, hebben de noodzaak teweeg gebracht om tot een doelmatige verbouwing en nadere bestemming van de bij het gemeente-archief in gebruik zijnde ruimten over te gaan. Wij mogen zulks als volgt toelichten, In 1925 op de huidige plaats ingericht,heeft de indeling der betreffende ruimten slechts éénmaal een wijziging ondergaan, namelijk in 1950 door vergroting der leeskamer met een aangrenzend lokaal. Thans zijn aanwezig: de archivariskamer, de leeskamer, een bergruimte tevens werkkamer voor de assistent en 3 depotruimten. Hiervan is er één tij delijk afgestaan aan de secretarie, In een periode van circa 33 jaar hebben aantal, omvang en indeling der archieflo kalen zeker geen gelijke tred gehouden met de in de aanhef vermelde omstandigheden. Een aanmerkelijke uitbreiding van de archieven had plaats tengevolge van de grens wijziging 1942, toen belangrijke gedeelten van de archieven der opgeheven gemeenten Ginneken c.a. en Princenhage (samen 37 meter) moesten worden ondergebracht. Sedert 1945 hebben voorts nog 40 archieven en 3 collecties met een totale lengte van 114 meter een plaats gevonden, terwijl bovendien vanaf dat jaar zijn ontstaan en uitgegroeid een ver zameling historieprenten en plattegronden en een uitgebreide collectie foto's. Aan deze aanwas heeft het archief het hoofd kunnen bieden door de archiefstellingen dichter bij elkaar te plaatsen en de rekken te verhogen, doch er is na deze maatregelen vrijwel geen reserveruimte meer over. Het personeel bestond tot 1948 slechts uit de archivaris, soms bijgestaan door volontairs of werkloze hoofdarbeiders. Momenteel heeft de archivaris twee man vast per soneel, terwijl er permanent een werkloos hoofdarbeider aanwezig is. Een van hen werkt in de provisorisch daartoe ingerichte magazijnruimte, terwijl de anderen noodgedwongen zijn geplaatst in de toch al te kleine leeskamer voor het publiek. De bedoelde magazijnruimte moet worden benut voor een massa archiefmateriaal, terwijl een gedeelte van het lokaal vrij moet worden gehouden als doorloopruimte naar het naastgelegen depot van de secretarie. De helft van de leeskamer wordt thans door personeel in beslag genomen, terwijl hun stukken en bescheiden zich op de twee halverwege het vertrek geplaatste scheids muurtjes opstapelen. Er is zodoende niet de minste ruimte over om hetzij verder perso neel dan wel een werkloos hoofdarbeider er bij te plaatsen, zodat het dringend nodig is in een geschikte werkruimte voor het personeel te voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 278