GEMEENTE BREDA Vöigno' 21a aer agenda
Bijlagen 1958
no22.5
1 mei 1958
F/8202
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
1957 in verband met de aanmerkingen van gedeputeerde
staten bij de goedkeuring van deze begroting en de
beschikking op het verzoek om subjectieve verhoging
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.van het basisbedrag der algemene uitkering uit het
gemeentefonds.
Bij hun besluit van 26 maart 1958 G.nr 52502/65785, hebben gedeputeerde staten
goedkeuring verleend aan de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1957? waarbij reke
ning is gehouden met de te verwachten subjectieve verhoging van het basisbedrag der
algemene uitkering uit het gemeentefonds. Bij besluit van de ministers van financiën
en van binnenlandse zaken, bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
van 25/24 april 1958,nr.10901is de subjectieve verhoging vastgesteld op 4,30 per
inwoner, waardoor het basisbedrag met ingang van het dienstjaar 1957 is vastgesteld
op 41,30 per inwoner.
Bij het voor 1957 geldende uitkeringspercentage van 145 betekent deze verhoging
een meer-opbrengst van 634.605,-.
Met deze verhoging en een aantal door gedeputeerde staten in hun begeleidend
schrijven bij de goedgekeurde begroting aangegeven wijzigingen zal een sluitende be
groting moeten worden opgezet.
Uitgaande van de oorspronkelijke begroting geven wij hierna een overzicht van de
wijze van dekking ven het geraamde nadelig saldo.
De begroting 1957 na 1e en 2e wijziging vertoonde een nadelig saldo van j 2.586.202,-
waarvoor een raming was opgenomen voor subjectieve verhoging van de
algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Naar aanleiding van de nota van aanmerkingen op de begroting
van gedeputeerde staten zijn een aantal wijzigingen in de begroting
aangebracht (de 70e wijziging, welke voor U mede ter inzage is ge
legd) welke resulteerden in een verlaging van het nadelig saldo met f 570»175,.~_.
Na de 70e wijziging bedroeg het nadelig saldo 2.016.033,-•
De toegekende verhoging van de algemene uitkering betekent
een meer-opbrengst van
145. van 101 .781 x 4,30 634.605,-
Bij de beoordeling van de aanvraag om subjectieve
verhoging is met betrekking tot de lasten voort
vloeiende uit de in de loop van 1957 getroffen
maatregelen op het gebied van lonen en salarissen
uitgegaan van de fictie dat de hogere salariskos
ten, gecompenseerd worden door de toegekende ver
hoging met van het basisbedrag der belasting
uitkering. De werkelijke lasten zijn evenwel
170.000,- hoger, waarvoor de gemeente op an
dere wijze dekking moet vinden.