GEMEENTE BREDA Volgno. 24 der agenda Bijlagen 1958 no. 229 1 mei 1958 OS/17774 Voorstel van burgemeester en wethouders in zake het gewondenver voer AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij de behandeling van de begroting 1959 werd U namens ons college naar aan leiding van een terzake gestelde vraag medegedeeld, dat wij ons spoedig met een voorstel betreffende de regeling van het gewondenvervoer bij ongelukken tot U zou den wenden. Deze toezegging hield mede verband met een tot ons gericht verzoek van de fa.Van Oers van 15 oktober 1957, dat voor U ter inzage is gelegd. Het zal U bekend zijn, dat de hulpverlening bij ongevallen, indien daarbij - om welke reden dan ook - een beroep wordt gedaan op de gemeentelijke overheid - in hoofdzaak wordt verricht door de gemeentelijke geneeskundige- en gezondheids dienst en de politie alsmede in enkele gevallen door de brandweer Ten behoeve van de hulp aan gewonden bij ongevallen bestaat er sinds enige jaren een regeling op de g.g.g.d.dat om toerbeurt een der artsen van de dienst zowel overdag als 's-nachts - hetzij op de dienst hetzij thuis - bereikbaar is en direct naar de plaats van het ongeval kan vertrekken. De politie en - zonodig - brandweer zijn mede door hun eigen verbindingssystemen snel gewaarschuwd en op weg. Zowel de dienstdoende als de andere g.g.g.d.-artsen en de politie hebben ma teriaal voor eerste hulpverlening en brancards in alle auto's. Ter verzekering van een snel transport van gewonden werd in 1946 met de fa.Van Oers een overeenkomst aangegaan, welke in hoofdzaak hierop neerkomt, dat de fa.Van Oers ten behoeve van het vervoer van gewonden bij ongevallen binnen de gemeente steeds een ambulance auto met chauffeur heeft gereedstaan, waartegenover de gemeente aan de firma jaar lijks een bedrag van 1000,- is verschuldigd. Bij het onderzoek, dat wij hebben ingesteld naar de vraag in hoeverre de hulpverlening heeft voldaan, werden wij bevestigd in onze overtuiging, dat er een voortreffelijke samenwerking bestaat tussen de g.g.g.d., de politie en de fa.Van Oers en dat de opzet en de regeling goed zijn. Het aantal gevallen waar in per jaar hulp wordt verleend - zie o.a. pag.13 van het jaarverslag over 1956 van de g.g.g.d., dat ter inzage is gelegd - overschrijdt thans de 250. De getrof fen regelingen verzekeren een zeer snelle hulp op de plaats van het ongeval en een snel en deskundig transport. Het vorenstaande neemt niet weg, dat wij - mede naar aanleiding van de be handeling van de begroting en het bovengenoemde verzoek van de fa.Van Oers - heb ben bevonden, dat enkele wijzigingen en aanvullingen wenselijk zijn om de hulp verlening nog te verbeteren. Dit betreft op de eerste plaats een extratelefoon aansluiting-voor de fa.Van Oers, waarvan het nummer alleen aan de g.g.g.d. en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 338