-4-
Volgno. 3w der agenda
)e heer Van Boxtel heeft in de pers gelezen, dat Bij de begrotingsbehandeling 1958 is door
le gemeente Oosterhout woningwetwoningen verkoopt, ons de toezegging gedaan dat over de gang
jaarbij van gemeentewege een hypotheek wordt van zaken terzake van de verkoop van woning-
yerleend van 9Op van de koopprijs tegen een ren- wetwoningen in andere gemeenten nog inlich-
te van 4"g$. Spreker vraagt of burgemeester en tingen zouden worden gevraagd en dat daarna
üethouders bereid zijn methode ook in Breda toe op de kwestie zou worden teruggekomen. De
te passen en na te gaan of er bewoners van wo- beantwoording van de vraag van de heer Van
ningwetwoningen zijn die belangstelling hebben Boxtel stelt ons in de gelegenheid voormel-
[roor de aankoop. de toezegging tegelijkertijd gestand te
doen.
De gemeente Oosterhout heeft inderdaad on
langs besloten om haar woningwetwoningen voor
aankoop door huurders beschikbaar te stellen
en daartoe, zo nodig, hypothecaire kredieten te verstrekken tot 90fi> van de netto-kosten tegen
M?o rente.
[Blijkens verkregen informatie is er in genoemde gemeente nog geen enkele woning verkocht kun-
inen worden, omdat de huurders de netto-prijs (boekwaarde min rijkspremie), die daar gemiddeld
7.500is, te hoog vinden.
"(ïezien dit negatief resultaat dient bedacht te worden dat aankoop voor betrokkenen praktisch
steeds tot hogere lasten leidt dan bij huur; zoals reeds bij de begrotingsbehandeling 1958
gezegd werd is dit het gevolg hiervan, dat de gekapitaliseerde rijksbijdrage op een woningwet
woning (bijdrage in de exploitatiekosten) aanmerkelijk hoger is dan de premie die het rijk
aan de toekomstige eigenaar van een woningwetwoning toekent bij koop.
Dit financieel nadeel dat zich bij aankoop voor betrokkenen voordoet is echter niet noodzake
lijkerwijs een onoverkomelijke hinderpaal, zoals de resultaten in andere gemeenten hebben aan
getoond zo is bekend dat in de meer landelijke gemeenten Zundert, Prinsenbeek en Dongen de
verkoop van woningwetwoningen wel succes heeft gehad. Hieruit kan geconcludeerd worden dat
|de mentaliteit van betrokkenen - de geneigdheid tot bezitsvorming in de vorm van een eigen
huis - in deze van groot belang is. In dit verband kan nog opgemerkt worden dat in de gemeen
ten Oosterhout, Zundert, Prinsenbeek en Dongen de mogelijkheden tot verwerving en financiering
praktisch gelijk zijn.
De ervaring van Oosterhout en de oorzaken die daaraan ten grondslag liggen zouden aanleiding
kunnen zijn om geen al te grote verwachtingen te koesteren ten aanzien van de mogelijkheid om
in onze gemeente op enigszins beduidende schaal tot verkoop van woningwetwoningen aan de tegen
woordige huurders te komen. Toch is dit niet de reden dat wij U tot nu toe over deze zaak nog
geen voorstellen hebben kunnen doen.
De reden hiervan is een andere, zoals al eerder is medegedeeld, en wel deze dat de geldende
rijksvoorschriften voor deze verkoop - zoals zij thans nog zijn - het praktisch onmogelijk ma
ken om tot verkoop te geraken. Bedoelde voorschriften bepalen toch ö.m. dat bij verkoop van
woningwetwoningen, de niet verkochte huizen een aaneengesloten exploitatiegeheel moeten blij
ven vormen. Daar nu in onze gemeente ook de eengezins-woningwetwoningen praktisch allemaal
in blokken van 6, 8 of meer eenheden zijn gebouwd en niet verwacht mag worden dat hele blok
ken tegelijk verkocht zullen kunnen worden, is dit voorschrift tot nu toe een onoverkomelijke
hinderpaal geweest om pogingen tot verkoop te doen.
De hiervoor vermelde gemeenten Zundert, enz. hebben van deze bepaling veel minder last omdat
daar de woningwetwoningen veelal in blokjes van twee zijn gebouwd.
Wij hebben U al eens eerder medegedeeld dat wij er bij de minister van volkshuisvesting en
bouwnijverheid op hebben aangedrongen de bovenbedoelde hinderlijke bepaling te laten verval
len; deze poging is tot nu toe zonder resultaat gebleven hoewel het bekend is dat, mede naar
aanleiding van ons verzoek, een wijziging van de verkoopvoorschriften (ook ten aanzien van
andere punten) in voorbereiding is.