GEMEENTE BREDA Volgno. 28 der agenda Bijlagen 1958 no. 271 4 juni 1958 Bï/344 Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoe ming van een plaatsvervangend lid van de commissie ex artikel 8, 1e lid der woonruimtewet 1947. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Nu de heer E. Verhagen door Uw college tot lid van de commissie ex artikel 8, 1e lid der woonruimtewet 1947 is benoemd als representant van de huiseigenaren, moet in zijn plaats een plaatsvervangend lid worden benoemd. Voormelde commissie, die elk jaar door Uw college dient te worden benoemd, moet uit 5 leden bestaan, al of niet lid van de gemeenteraad doch ingezetene van de ge meente. Zo mogelijk moeten in de commissie zitting hebben 2 personen, die represen tatief zijn voor de huiseigenaren en voor de hypotheekhouders. Dit vereiste geldt ook voor de plaatsvervangende leden. De heer Verhagen vertegenwoordigde als plaatsvervangend lid de huiseigenaren en derhalve dient het te benoemen plaatsvervangend lid representabel voor de huis eigenaren te zijn. In overleg met de vereniging van huiseigenaren "Breda" stellen wij Uw college voor, als zodanig te benoemen de heer W.H.F. van Oosterhout, aannemer, Julianalaan 103, alhier, secretaris van voormelde vereniging. Het te benoemen plaatsvervangend lid zal in de commissie zitting hebben tot 31 december 1958. Burgemeester en wethouders van Breda, J.A. Meijs loco-burgemeester. Van «Voensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 395